Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dreinen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dreinen (Nederlands) in het Frans

dreinen:

dreinen werkwoord (drein, dreint, dreinde, dreinden, gedreind)

  1. dreinen (dwingend huilen; drenzen; jengelen)
    psalmodier; pleurnicher; geindre
    • psalmodier werkwoord (psalmodie, psalmodies, psalmodions, psalmodiez, )
    • pleurnicher werkwoord (pleurniche, pleurniches, pleurnichons, pleurnichez, )
    • geindre werkwoord (geins, geint, geignons, geignez, )

Conjugations for dreinen:

o.t.t.
  1. drein
  2. dreint
  3. dreint
  4. dreinen
  5. dreinen
  6. dreinen
o.v.t.
  1. dreinde
  2. dreinde
  3. dreinde
  4. dreinden
  5. dreinden
  6. dreinden
v.t.t.
  1. heb gedreind
  2. hebt gedreind
  3. heeft gedreind
  4. hebben gedreind
  5. hebben gedreind
  6. hebben gedreind
v.v.t.
  1. had gedreind
  2. had gedreind
  3. had gedreind
  4. hadden gedreind
  5. hadden gedreind
  6. hadden gedreind
o.t.t.t.
  1. zal dreinen
  2. zult dreinen
  3. zal dreinen
  4. zullen dreinen
  5. zullen dreinen
  6. zullen dreinen
o.v.t.t.
  1. zou dreinen
  2. zou dreinen
  3. zou dreinen
  4. zouden dreinen
  5. zouden dreinen
  6. zouden dreinen
diversen
  1. drein!
  2. dreint!
  3. gedreind
  4. dreinend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dreinen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geindre dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen brullen; emmeren; etteren; griepen; huilen; janken; kermen; klieren; kreunen; krijsen; schreien; steunen; uitgieren; zeiken
pleurnicher dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen brullen; emmeren; grienen; huilen; janken; krijsen; schreien; sniffelen; snikken; snotteren; tranen; tranen afscheiden; wenen
psalmodier dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen iets opdreunen; opdreunen; tekst snel afrafelen

Wiktionary: dreinen


Cross Translation:
FromToVia
dreinen gémir; pleurnicher whimper — to cry or sob softly and intermittently