Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cochonnerie
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
bocht; kliederboel; knoeierij; rotzooi; smeerlapperij; smerig spul; troep; viespeukerij; viezigheid; zwijnerij
|
dépôt
|
bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
|
aandeel; afgifte; aflevering; afstaan; afzetting; arsenaal; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; bewaring; bezorging; bijdrage; deposito; depot; geldzending; geleverde; in bewaring geven; inbreng; indiening; leverantie; levering; ligopslagplaats; loods voor vervoermiddelen; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; pakhuis; presentatie; provisiekamer; provisiekast; remise; toevertrouwen; tuighuis; uitlevering; voorraadkamer; voorraadplaats; voorraadschuur; wapenkamer; warenhuis; zadelkamer
|
dépôts
|
drab; droesem; grondsoppen
|
bezinksels; depots; grondsoppen; magazijnen; neerslag; pakhuizen
|
lie
|
drab; droesem; grondsoppen
|
drabben; droesems
|
malpropreté
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
goorheid; groezeligheid; onzindelijkheid; schurftigheid; smerigheid; vervuiling; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid
|
marc
|
drab; droesem; grondsoppen; koffiedik; prut
|
drabben; droesems
|
marc de café
|
drab; koffiedik; prut
|
|
négligence
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
achteloosheid; nalatigheid; nonchalance; onachtzaamheid; slordigheid; verzaking; verzuim; wanordelijkheid
|
obscénité
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
|
ordure
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
smeerlap; smeerlapperij; viespeukerij; viezerik; viezigheid; zwijn
|
répugnance
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
afkeer; afstotelijkheid; antipathie; aversie; hekel; smeerlapperij; tegenzin; viespeukerij; viezigheid; weerzin
|
résidu
|
bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; zetsel
|
résidus
|
drab; droesem; grondsoppen
|
bezinksels; neerslag; overschotten; residu's; resten
|
saleté
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
bocht; goorheid; groezeligheid; obsceniteit; onzindelijkheid; rotzooi; schuinheid; smeerboel; smeerlapperij; smerig spul; troep; vervuiling; viespeukerij; viezigheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
|
saloperie
|
drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
|
sédiment
|
bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
sédiments
|
drab; droesem; grondsoppen
|
bezinksels; neerslag; sedimenten
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dépôt
|
|
bewaarplaats
|