Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drab (Nederlands) in het Frans

drab:

drab [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de drab (droesem; grondsoppen)
    le marc; le résidus; le sédiments; la lie; le dépôts
    • marc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • résidus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sédiments [le ~] zelfstandig naamwoord
    • lie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dépôts [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de drab (droesem; grondsop; dik; )
    le sédiment; le résidu; le dépôt
  3. de drab (koffiedik; prut)
    le marc de café; le marc
  4. de drab (viezigheid; slonzigheid; viespeukerij; )
    la saleté; l'ordure; la cochonnerie; la saloperie; la malpropreté; l'obscénité; la négligence; la répugnance

Vertaal Matrix voor drab:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cochonnerie drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel bocht; kliederboel; knoeierij; rotzooi; smeerlapperij; smerig spul; troep; viespeukerij; viezigheid; zwijnerij
dépôt bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel aandeel; afgifte; aflevering; afstaan; afzetting; arsenaal; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; bewaring; bezorging; bijdrage; deposito; depot; geldzending; geleverde; in bewaring geven; inbreng; indiening; leverantie; levering; ligopslagplaats; loods voor vervoermiddelen; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; pakhuis; presentatie; provisiekamer; provisiekast; remise; toevertrouwen; tuighuis; uitlevering; voorraadkamer; voorraadplaats; voorraadschuur; wapenkamer; warenhuis; zadelkamer
dépôts drab; droesem; grondsoppen bezinksels; depots; grondsoppen; magazijnen; neerslag; pakhuizen
lie drab; droesem; grondsoppen drabben; droesems
malpropreté drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel goorheid; groezeligheid; onzindelijkheid; schurftigheid; smerigheid; vervuiling; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid
marc drab; droesem; grondsoppen; koffiedik; prut drabben; droesems
marc de café drab; koffiedik; prut
négligence drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel achteloosheid; nalatigheid; nonchalance; onachtzaamheid; slordigheid; verzaking; verzuim; wanordelijkheid
obscénité drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
ordure drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlap; smeerlapperij; viespeukerij; viezerik; viezigheid; zwijn
répugnance drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel afkeer; afstotelijkheid; antipathie; aversie; hekel; smeerlapperij; tegenzin; viespeukerij; viezigheid; weerzin
résidu bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; zetsel
résidus drab; droesem; grondsoppen bezinksels; neerslag; overschotten; residu's; resten
saleté drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel bocht; goorheid; groezeligheid; obsceniteit; onzindelijkheid; rotzooi; schuinheid; smeerboel; smeerlapperij; smerig spul; troep; vervuiling; viespeukerij; viezigheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
saloperie drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
sédiment bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
sédiments drab; droesem; grondsoppen bezinksels; neerslag; sedimenten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dépôt bewaarplaats

Wiktionary: drab

drab
noun
  1. dépôt formé par précipitation dans une boisson, spécialement un liquide fermenté.