Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dorst:
  2. dorsten:
  3. dor:
  4. dorsen:
  5. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dorst (Nederlands) in het Frans

dorst:

dorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dorst (dorstigheid)
    la soif
    • soif [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dorst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soif dorst; dorstigheid

Verwante woorden van "dorst":

  • dorstten, dor

Verwante definities voor "dorst":

  1. behoefte om iets te drinken1
    • als het warm is heb je gauw dorst1

Wiktionary: dorst

dorst
noun
  1. behoefte aan water.
dorst
noun
  1. Désir, envie, besoin de boire.

Cross Translation:
FromToVia
dorst soif Durst — (heftiges) Verlangen zu trinken
dorst soif Durstim übertragenen Sinn: heftiges Verlangen nach etwas haben
dorst soif thirst — dryness

dorsten:

dorsten werkwoord (dorst, dorstte, dorstten, gedorst)

  1. dorsten (sterk verlangen naar)

Conjugations for dorsten:

o.t.t.
  1. dorst
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
o.v.t.
  1. dorstte
  2. dorstte
  3. dorstte
  4. dorstten
  5. dorstten
  6. dorstten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsten
  2. zult dorsten
  3. zal dorsten
  4. zullen dorsten
  5. zullen dorsten
  6. zullen dorsten
o.v.t.t.
  1. zou dorsten
  2. zou dorsten
  3. zou dorsten
  4. zouden dorsten
  5. zouden dorsten
  6. zouden dorsten
diversen
  1. dorst!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dorsten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir soif dorsten; sterk verlangen naar dorst hebben

dorst vorm van dor:

dor bijvoeglijk naamwoord

  1. dor (verdord; droog)
    sec; aride; desséché; stérile; infertile
  2. dor (schraal)
    pauvre; inférieur; aride; infertile; stérile; subalterne; frugal; rêche

Vertaal Matrix voor dor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inférieur inferieur; mindere; onderdanige; ondergeschikte
sec droge
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aride dor; droog; schraal; verdord bar; droog; infertiel; kaal; onbegroeid; ongastvrij; onherbergzaam; onvruchtbaar; regenarm; ruig; schraal; schriel; steriel; verdord; verlept; verwelkt
desséché dor; droog; verdord opgedroogd; verdord; verlept; verwelkt
frugal dor; schraal droog; eenvoudig; frugaal; infertiel; karig; krap; matig; niet overvloedig; onvruchtbaar; schraal; schriel; sober
infertile dor; droog; schraal; verdord infertiel; onvruchtbaar
inférieur dor; schraal arm; benedenste; bijkomstig; gebrekkig; incapabel; incompetent; inferieur; laagstaand; laagste; minderwaardig; onbekwaam; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderste; onderworpen; ondeugdelijk; ongeschikt; slecht; tweederangs; zwak
pauvre dor; schraal arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; behoeftig; bekaaid; berooid; deerlijk; deplorabel; droog; ellendig; er bekaaid afkomen; flodderig; haveloos; hokkerig; inferieur; karig; kommerlijk; luizig; mager; meelijwekkend; minderwaardig; minvermogend; miserabel; noodlijdend; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onvermogend; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; slecht; tweederangs; verlopen; zwak
rêche dor; schraal barbaars; beestachtig; bruut; hobbelig; infertiel; inhumaan; monsterlijk; oneffen; ongelijkmatig; ongetemd; onmenselijk; onvruchtbaar; ruig; ruw; wild; woest; wreed
sec dor; droog; verdord bar; bits; droge; droog; droogjes; kattig; onbegroeid; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onvriendelijk; pezig; pinnig; regenarm; schraal; schriel; sec; snauwerig; snibbig; spinnig; verdord; verlept; verwelkt; vinnig; zenig
stérile dor; droog; schraal; verdord bacteriënvrij; infertiel; kiemvrij; onvruchtbaar; vrij van ziektekiemen
subalterne dor; schraal afhankelijk; arm; bijkomstig; inferieur; minderwaardig; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; onzelfstandig; slecht; subaltern; tweederangs; zwak

Verwante woorden van "dor":


dorst vorm van dorsen:

dorsen werkwoord (dors, dorst, dorste, dorsten, gedorst)

  1. dorsen

Conjugations for dorsen:

o.t.t.
  1. dors
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsen
  5. dorsen
  6. dorsen
o.v.t.
  1. dorste
  2. dorste
  3. dorste
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsen
  2. zult dorsen
  3. zal dorsen
  4. zullen dorsen
  5. zullen dorsen
  6. zullen dorsen
o.v.t.t.
  1. zou dorsen
  2. zou dorsen
  3. zou dorsen
  4. zouden dorsen
  5. zouden dorsen
  6. zouden dorsen
diversen
  1. dors!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dorsen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
battre le blé dorsen

Wiktionary: dorsen

dorsen
Cross Translation:
FromToVia
dorsen battre dreschen — (transitiv) Landwirtschaft: bei Getreide, Hülsenfrüchten u.dgl. die Körner vom Stroh trennen durch Trampeln, Schlagen, Walzen oder mit einer Dreschmaschine
dorsen battre thresh — to separate the grain from the straw or husks

Verwante vertalingen van dorst