Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doorvragen (Nederlands) in het Frans
doorvragen:
-
doorvragen (uitvragen; doorzagen)
interroger; scier; questionner; interpeller; lessiver; passer un interrogatoire-
interroger werkwoord (interroge, interroges, interrogeons, interrogez, interrogent, interrogeais, interrogeait, interrogions, interrogiez, interrogeaient, interrogeai, interrogeas, interrogea, interrogeâmes, interrogeâtes, interrogèrent, interrogerai, interrogeras, interrogera, interrogerons, interrogerez, interrogeront)
-
scier werkwoord (scie, scies, scions, sciez, scient, sciais, sciait, sciions, sciiez, sciaient, sciai, scias, scia, sciâmes, sciâtes, scièrent, scierai, scieras, sciera, scierons, scierez, scieront)
-
questionner werkwoord (questionne, questionnes, questionnons, questionnez, questionnent, questionnais, questionnait, questionnions, questionniez, questionnaient, questionnai, questionnas, questionna, questionnâmes, questionnâtes, questionnèrent, questionnerai, questionneras, questionnera, questionnerons, questionnerez, questionneront)
-
interpeller werkwoord (interpelle, interpelles, interpellons, interpellez, interpellent, interpellais, interpellait, interpellions, interpelliez, interpellaient, interpellai, interpellas, interpella, interpellâmes, interpellâtes, interpellèrent, interpellerai, interpelleras, interpellera, interpellerons, interpellerez, interpelleront)
-
lessiver werkwoord (lessive, lessives, lessivons, lessivez, lessivent, lessivais, lessivait, lessivions, lessiviez, lessivaient, lessivai, lessivas, lessiva, lessivâmes, lessivâtes, lessivèrent, lessiverai, lessiveras, lessivera, lessiverons, lessiverez, lessiveront)
-
passer un interrogatoire werkwoord
-
Vertaal Matrix voor doorvragen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
interpeller | doorvragen; doorzagen; uitvragen | aanroepen; interpelleren; naroepen; ontbieden; oproepen; sommeren; toeroepen |
interroger | doorvragen; doorzagen; uitvragen | examineren; interpelleren; ondervragen; overhoren; testen; toetsen; uithoren; uitvorsen; uitvragen; verhoren |
lessiver | doorvragen; doorzagen; uitvragen | logen |
passer un interrogatoire | doorvragen; doorzagen; uitvragen | |
questionner | doorvragen; doorzagen; uitvragen | interpelleren; ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren |
scier | doorvragen; doorzagen; uitvragen | uitzagen |