Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doordrukken (Nederlands) in het Frans

doordrukken:

doordrukken werkwoord (druk door, drukt door, drukte door, drukten door, doorgedrukt)

  1. doordrukken (drukkend door iets heen brengen; doorstoten)
    passer; enfoncer; faire passer à travers
    • passer werkwoord (passe, passes, passons, passez, )
    • enfoncer werkwoord (enfonce, enfonces, enfonçons, enfoncez, )
  2. doordrukken (zeuren; drammen; aandringen; doordrammen)
    barber; raser; casser les pieds; assommer
    • barber werkwoord
    • raser werkwoord (rase, rases, rasons, rasez, )
    • casser les pieds werkwoord
    • assommer werkwoord (assomme, assommes, assommons, assommez, )
  3. doordrukken (door iets heen drukken; doorstoten)

Conjugations for doordrukken:

o.t.t.
  1. druk door
  2. drukt door
  3. drukt door
  4. drukken door
  5. drukken door
  6. drukken door
o.v.t.
  1. drukte door
  2. drukte door
  3. drukte door
  4. drukten door
  5. drukten door
  6. drukten door
v.t.t.
  1. heb doorgedrukt
  2. hebt doorgedrukt
  3. heeft doorgedrukt
  4. hebben doorgedrukt
  5. hebben doorgedrukt
  6. hebben doorgedrukt
v.v.t.
  1. had doorgedrukt
  2. had doorgedrukt
  3. had doorgedrukt
  4. hadden doorgedrukt
  5. hadden doorgedrukt
  6. hadden doorgedrukt
o.t.t.t.
  1. zal doordrukken
  2. zult doordrukken
  3. zal doordrukken
  4. zullen doordrukken
  5. zullen doordrukken
  6. zullen doordrukken
o.v.t.t.
  1. zou doordrukken
  2. zou doordrukken
  3. zou doordrukken
  4. zouden doordrukken
  5. zouden doordrukken
  6. zouden doordrukken
en verder
  1. is doorgedrukt
  2. zijn doorgedrukt
diversen
  1. druk door!
  2. drukt door!
  3. doorgedrukt
  4. doordrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doordrukken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assommer aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren donderjagen; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren
barber aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren
casser les pieds aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren donderjagen
enfoncer doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen aanslaan; heien; indrukken; induwen; inheien; inkloppen; intikken; intoetsen; intypen; kraken; losbreken; naar beneden drukken; neerdrukken; openbreken; openhakken; opentrappen; taxeren
faire passer à travers door iets heen drukken; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen erdoor halen
passer doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen aangeven; aankomen; aanlopen; aanreiken; aantrekken; aflopen; besteden; bezoeken; dichttrekken; doorbrengen; doorheen reizen; dwars oversteken; erdoor komen; geven; inhalen; inlopen; komen aanlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; oversteken; passeren; reiken; reizen door; schenken; slijten; toestoppen; vergaan; verlenen; verlopen; verstrekken; verstrijken; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijrijden; voorbijvaren
pousser à travers door iets heen drukken; doordrukken; doorstoten
raser aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren afbreken; breken; donderjagen; ergens uitscheuren; neerhalen; omverhalen; scheren; slopen; uit elkaar halen; wegscheren

Computer vertaling door derden: