Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doordrammen (Nederlands) in het Frans
doordrammen:
-
doordrammen (zeuren; drammen; aandringen; doordrukken)
barber; raser; casser les pieds; assommer-
barber werkwoord
-
raser werkwoord (rase, rases, rasons, rasez, rasent, rasais, rasait, rasions, rasiez, rasaient, rasai, rasas, rasa, rasâmes, rasâtes, rasèrent, raserai, raseras, rasera, raserons, raserez, raseront)
-
casser les pieds werkwoord
-
assommer werkwoord (assomme, assommes, assommons, assommez, assomment, assommais, assommait, assommions, assommiez, assommaient, assommai, assommas, assomma, assommâmes, assommâtes, assommèrent, assommerai, assommeras, assommera, assommerons, assommerez, assommeront)
-
Conjugations for doordrammen:
o.t.t.
- dram door
- dramt door
- dramt door
- drammen door
- drammen door
- drammen door
o.v.t.
- dramde door
- dramde door
- dramde door
- dramden door
- dramden door
- dramden door
v.t.t.
- heb doorgedramd
- hebt doorgedramd
- heeft doorgedramd
- hebben doorgedramd
- hebben doorgedramd
- hebben doorgedramd
v.v.t.
- had doorgedramd
- had doorgedramd
- had doorgedramd
- hadden doorgedramd
- hadden doorgedramd
- hadden doorgedramd
o.t.t.t.
- zal doordrammen
- zult doordrammen
- zal doordrammen
- zullen doordrammen
- zullen doordrammen
- zullen doordrammen
o.v.t.t.
- zou doordrammen
- zou doordrammen
- zou doordrammen
- zouden doordrammen
- zouden doordrammen
- zouden doordrammen
diversen
- dram door!
- dramt door!
- doorgedramd
- doordrammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor doordrammen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
assommer | aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren | donderjagen; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren |
barber | aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren | |
casser les pieds | aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren | donderjagen |
raser | aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren | afbreken; breken; donderjagen; ergens uitscheuren; neerhalen; omverhalen; scheren; slopen; uit elkaar halen; wegscheren |