Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- doodgeschoten:
- doodschieten:
-
Wiktionary:
- doodschieten → abattre
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doodgeschoten (Nederlands) in het Frans
doodgeschoten:
-
doodgeschoten (geëxecuteerd)
abattu; exécuté; tué par balles-
abattu bijvoeglijk naamwoord
-
exécuté bijvoeglijk naamwoord
-
tué par balles bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor doodgeschoten:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abattu | doodgeschoten; geëxecuteerd | bedrukt; gedrukt; grauw; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; pessimistisch; somber; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos |
exécuté | doodgeschoten; geëxecuteerd | af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgevoerd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; uitgevoerd; verricht; voltooid; voltrokken; voorbij |
tué par balles | doodgeschoten; geëxecuteerd |
doodschieten:
-
doodschieten (doodvonnis uitvoeren; executeren; vermoorden; om het leven brengen; ombrengen)
exécuter; assassiner; tuer; fusiller; égorger; descendre; abattre-
exécuter werkwoord (exécute, exécutes, exécutons, exécutez, exécutent, exécutais, exécutait, exécutions, exécutiez, exécutaient, exécutai, exécutas, exécuta, exécutâmes, exécutâtes, exécutèrent, exécuterai, exécuteras, exécutera, exécuterons, exécuterez, exécuteront)
-
assassiner werkwoord (assassine, assassines, assassinons, assassinez, assassinent, assassinais, assassinait, assassinions, assassiniez, assassinaient, assassinai, assassinas, assassina, assassinâmes, assassinâtes, assassinèrent, assassinerai, assassineras, assassinera, assassinerons, assassinerez, assassineront)
-
tuer werkwoord (tue, tues, tuons, tuez, tuent, tuais, tuait, tuions, tuiez, tuaient, tuai, tuas, tua, tuâmes, tuâtes, tuèrent, tuerai, tueras, tuera, tuerons, tuerez, tueront)
-
fusiller werkwoord (fusille, fusilles, fusillons, fusillez, fusillent, fusillais, fusillait, fusillions, fusilliez, fusillaient, fusillai, fusillas, fusilla, fusillâmes, fusillâtes, fusillèrent, fusillerai, fusilleras, fusillera, fusillerons, fusillerez, fusilleront)
-
égorger werkwoord (égorge, égorges, égorgeons, égorgez, égorgent, égorgeais, égorgeait, égorgions, égorgiez, égorgeaient, égorgeai, égorgeas, égorgea, égorgeâmes, égorgeâtes, égorgèrent, égorgerai, égorgeras, égorgera, égorgerons, égorgerez, égorgeront)
-
descendre werkwoord (descends, descend, descendons, descendez, descendent, descendais, descendait, descendions, descendiez, descendaient, descendis, descendit, descendîmes, descendîtes, descendirent, descendrai, descendras, descendra, descendrons, descendrez, descendront)
-
abattre werkwoord (abbats, abbat, abbattons, abbattez, abbattent, abbattais, abbattait, abbattions, abbattiez, abbattaient, abbattis, abbattit, abbattîmes, abbattîtes, abbattirent, abbattrai, abbattras, abbattra, abbattrons, abbattrez, abbattront)
-
-
doodschieten (afschieten; fusilleren; afknallen)
fusiller; tuer; tuer d'un coup de fusil-
fusiller werkwoord (fusille, fusilles, fusillons, fusillez, fusillent, fusillais, fusillait, fusillions, fusilliez, fusillaient, fusillai, fusillas, fusilla, fusillâmes, fusillâtes, fusillèrent, fusillerai, fusilleras, fusillera, fusillerons, fusillerez, fusilleront)
-
tuer werkwoord (tue, tues, tuons, tuez, tuent, tuais, tuait, tuions, tuiez, tuaient, tuai, tuas, tua, tuâmes, tuâtes, tuèrent, tuerai, tueras, tuera, tuerons, tuerez, tueront)
-
tuer d'un coup de fusil werkwoord
-
Conjugations for doodschieten:
o.t.t.
- schiet dood
- schiet dood
- schiet dood
- schieten dood
- schieten dood
- schieten dood
o.v.t.
- schoot dood
- schoot dood
- schoot dood
- schoten dood
- schoten dood
- schoten dood
v.t.t.
- heb doodgeschoten
- hebt doodgeschoten
- heeft doodgeschoten
- hebben doodgeschoten
- hebben doodgeschoten
- hebben doodgeschoten
v.v.t.
- had doodgeschoten
- had doodgeschoten
- had doodgeschoten
- hadden doodgeschoten
- hadden doodgeschoten
- hadden doodgeschoten
o.t.t.t.
- zal doodschieten
- zult doodschieten
- zal doodschieten
- zullen doodschieten
- zullen doodschieten
- zullen doodschieten
o.v.t.t.
- zou doodschieten
- zou doodschieten
- zou doodschieten
- zouden doodschieten
- zouden doodschieten
- zouden doodschieten
en verder
- ben doodgeschoten
- bent doodgeschoten
- is doodgeschoten
- zijn doodgeschoten
- zijn doodgeschoten
- zijn doodgeschoten
diversen
- schiet dood!
- schiet dood!
- doodgeschoten
- doodschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
doodschieten (neerleggen; neerschieten)
Vertaal Matrix voor doodschieten:
Wiktionary: doodschieten
doodschieten
verb
-
Traductions à trier suivant le sens
- abattre → afbreken; slopen; neerhalen; kappen; vellen; neervellen; wippen; afhakken; afhouwen; afkappen; omhakken; deprimeren; neerdrukken; neerslachtig maken; terneerdrukken; delven; opduikelen; opgraven; rooien; uitgraven; winnen; uitputten; putten uit; omkappen; slachten; afslachten; fnuiken; verzwakken; bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; neerkomen; doden; doodmaken; ombrengen; doodschieten; fusilleren; de moed ontnemen; ontmoedigen; afleggen; aflopen; doorgaan; gaan door; bedaren; geruststellen; kalmeren; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen
Computer vertaling door derden: