Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dollen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dollen (Nederlands) in het Frans

dollen:

dollen werkwoord (dol, dolt, dolde, dolden, gedold)

  1. dollen (malligheid uithalen; een poets bakken; streek uithalen; )
    blaguer; faire le fou; badiner; jouer un tour à; batifoler; folâtrer
    • blaguer werkwoord (blague, blagues, blaguons, blaguez, )
    • faire le fou werkwoord
    • badiner werkwoord (badine, badines, badinons, badinez, )
    • jouer un tour à werkwoord
    • batifoler werkwoord (batifole, batifoles, batifolons, batifolez, )
    • folâtrer werkwoord (folâtre, folâtres, folâtrons, folâtrez, )
  2. dollen (ravotten; stoeien; zich uitleven; wild spelen; wild rennen)
    batifoler; faire le diable; folâtrer; s'ébattre
    • batifoler werkwoord (batifole, batifoles, batifolons, batifolez, )
    • faire le diable werkwoord
    • folâtrer werkwoord (folâtre, folâtres, folâtrons, folâtrez, )
    • s'ébattre werkwoord

Conjugations for dollen:

o.t.t.
  1. dol
  2. dolt
  3. dolt
  4. dollen
  5. dollen
  6. dollen
o.v.t.
  1. dolde
  2. dolde
  3. dolde
  4. dolden
  5. dolden
  6. dolden
v.t.t.
  1. heb gedold
  2. hebt gedold
  3. heeft gedold
  4. hebben gedold
  5. hebben gedold
  6. hebben gedold
v.v.t.
  1. had gedold
  2. had gedold
  3. had gedold
  4. hadden gedold
  5. hadden gedold
  6. hadden gedold
o.t.t.t.
  1. zal dollen
  2. zult dollen
  3. zal dollen
  4. zullen dollen
  5. zullen dollen
  6. zullen dollen
o.v.t.t.
  1. zou dollen
  2. zou dollen
  3. zou dollen
  4. zouden dollen
  5. zouden dollen
  6. zouden dollen
diversen
  1. dol!
  2. dolt!
  3. gedold
  4. dollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dollen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badiner dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen badineren
batifoler dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; ravotten; schertsen; stoeien; streek uithalen; wild rennen; wild spelen; zich uitleven robbedoezen
blaguer dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden; wegpesten
faire le diable dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
faire le fou dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
folâtrer dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; ravotten; schertsen; stoeien; streek uithalen; wild rennen; wild spelen; zich uitleven robbedoezen
jouer un tour à dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen beetnemen; foppen
s'ébattre dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven

Wiktionary: dollen


Cross Translation:
FromToVia
dollen fôlatrer frolic — behave playfully and uninhibitedly