Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dirigeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dirigeer (Nederlands) in het Frans

dirigeren:

dirigeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. dirigeren
    la direction d'un orchestre

dirigeren werkwoord (dirigeer, dirigeert, dirigeerde, dirigeerden, gedirigeerd)

  1. dirigeren (orkest dirigeren)

Conjugations for dirigeren:

o.t.t.
  1. dirigeer
  2. dirigeert
  3. dirigeert
  4. dirigeren
  5. dirigeren
  6. dirigeren
o.v.t.
  1. dirigeerde
  2. dirigeerde
  3. dirigeerde
  4. dirigeerden
  5. dirigeerden
  6. dirigeerden
v.t.t.
  1. heb gedirigeerd
  2. hebt gedirigeerd
  3. heeft gedirigeerd
  4. hebben gedirigeerd
  5. hebben gedirigeerd
  6. hebben gedirigeerd
v.v.t.
  1. had gedirigeerd
  2. had gedirigeerd
  3. had gedirigeerd
  4. hadden gedirigeerd
  5. hadden gedirigeerd
  6. hadden gedirigeerd
o.t.t.t.
  1. zal dirigeren
  2. zult dirigeren
  3. zal dirigeren
  4. zullen dirigeren
  5. zullen dirigeren
  6. zullen dirigeren
o.v.t.t.
  1. zou dirigeren
  2. zou dirigeren
  3. zou dirigeren
  4. zouden dirigeren
  5. zouden dirigeren
  6. zouden dirigeren
en verder
  1. ben gedirigeerd
  2. bent gedirigeerd
  3. is gedirigeerd
  4. zijn gedirigeerd
  5. zijn gedirigeerd
  6. zijn gedirigeerd
diversen
  1. dirigeer!
  2. dirigeert!
  3. gedirigeerd
  4. dirigerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dirigeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
direction d'un orchestre dirigeren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diriger un orchestre dirigeren; orkest dirigeren

Wiktionary: dirigeren

dirigeren
verb
  1. (overgankelijk) muziek|nld leiding geven aan een groep mensen die musiceren

Computer vertaling door derden: