Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor denigreren (Nederlands) in het Frans
denigreren:
-
denigreren (kleineren)
abaisser; dénigrer; déprécier; humilier; rabaisser-
abaisser werkwoord (abaisse, abaisses, abaissons, abaissez, abaissent, abaissais, abaissait, abaissions, abaissiez, abaissaient, abaissai, abaissas, abaissa, abaissâmes, abaissâtes, abaissèrent, abaisserai, abaisseras, abaissera, abaisserons, abaisserez, abaisseront)
-
dénigrer werkwoord (dénigre, dénigres, dénigrons, dénigrez, dénigrent, dénigrais, dénigrait, dénigrions, dénigriez, dénigraient, dénigrai, dénigras, dénigra, dénigrâmes, dénigrâtes, dénigrèrent, dénigrerai, dénigreras, dénigrera, dénigrerons, dénigrerez, dénigreront)
-
déprécier werkwoord (déprécie, déprécies, déprécions, dépréciez, déprécient, dépréciais, dépréciait, dépréciions, dépréciiez, dépréciaient, dépréciai, déprécias, déprécia, dépréciâmes, dépréciâtes, déprécièrent, déprécierai, déprécieras, dépréciera, déprécierons, déprécierez, déprécieront)
-
humilier werkwoord (humilie, humilies, humilions, humiliez, humilient, humiliais, humiliait, humiliions, humiliiez, humiliaient, humiliai, humilias, humilia, humiliâmes, humiliâtes, humilièrent, humilierai, humilieras, humiliera, humilierons, humilierez, humilieront)
-
rabaisser werkwoord (rabaisse, rabaisses, rabaissons, rabaissez, rabaissent, rabaissais, rabaissait, rabaissions, rabaissiez, rabaissaient, rabaissai, rabaissas, rabaissa, rabaissâmes, rabaissâtes, rabaissèrent, rabaisserai, rabaisseras, rabaissera, rabaisserons, rabaisserez, rabaisseront)
-
Conjugations for denigreren:
o.t.t.
- denigreer
- denigreert
- denigreert
- denigreren
- denigreren
- denigreren
o.v.t.
- denigreerde
- denigreerde
- denigreerde
- denigreerden
- denigreerden
- denigreerden
v.t.t.
- heb gedenigreerd
- hebt gedenigreerd
- heeft gedenigreerd
- hebben gedenigreerd
- hebben gedenigreerd
- hebben gedenigreerd
v.v.t.
- had gedenigreerd
- had gedenigreerd
- had gedenigreerd
- hadden gedenigreerd
- hadden gedenigreerd
- hadden gedenigreerd
o.t.t.t.
- zal denigreren
- zult denigreren
- zal denigreren
- zullen denigreren
- zullen denigreren
- zullen denigreren
o.v.t.t.
- zou denigreren
- zou denigreren
- zou denigreren
- zouden denigreren
- zouden denigreren
- zouden denigreren
diversen
- denigreer!
- denigreert!
- gedenigreerd
- denigrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor denigreren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abaisser | wegzakken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abaisser | denigreren; kleineren | afbreken; breken; erafhalen; fel bekritiseren; neerbrengen; neerhalen; niveau verlagen; omlaagbrengen; omlaaghalen; omverhalen; slopen; uit elkaar halen |
dénigrer | denigreren; kleineren | geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten |
déprécier | denigreren; kleineren | geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten |
humilier | denigreren; kleineren | geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten; verdeemoedigen; vernederen |
rabaisser | denigreren; kleineren | afbreken; breken; fel bekritiseren; kleiner maken; neerhalen; omlaaghalen; omverhalen; slopen; uit elkaar halen; verkleinen |
Wiktionary: denigreren
denigreren
Cross Translation:
verb
-
op spottende en laatdunkende wijze bekritiseren
- denigreren → dénigrer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• denigreren | → dénigrer; médire | ↔ denigrate — to criticise so as to besmirch |
• denigreren | → dénigrer; rabaisser; déprécier | ↔ denigrate — to treat as worthless |
• denigreren | → prendre de haut | ↔ patronize — To assume a tone of unjustified superiority |
Computer vertaling door derden: