Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. del:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor del (Nederlands) in het Frans

del:

del [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de del (slet; totebel; lellebel; snol)
    la pute; la salope; la traînée; la grue
    • pute [la ~] zelfstandig naamwoord
    • salope [la ~] zelfstandig naamwoord
    • traînée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • grue [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de del (duinvallei; duinpan)
    la cuvette; la cuvette dans les dunes

Vertaal Matrix voor del:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuvette del; duinpan; duinvallei bak; barrel; emmer; fust; kit; kolenbak; kolenemmer; kolenkit; kuip; lampetkan; lampetkom; pot; teil; ton; vat; wasbak; waskom
cuvette dans les dunes del; duinpan; duinvallei
grue del; lellebel; slet; snol; totebel kraanvogel
pute del; lellebel; slet; snol; totebel hoer; hoertje; prostituee
salope del; lellebel; slet; snol; totebel kreng; loeder; sloerie; vals wicht
traînée del; lellebel; slet; snol; totebel sliert; slingervormig ding
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
grue kraanvogel

Verwante woorden van "del":


Verwante definities voor "del":

  1. ordinaire vrouw die mannen versiert1
    • zijn dochter is een echte del1

Wiktionary: del

del
noun
  1. ordinaire vrouw

Cross Translation:
FromToVia
del pute slag — a woman (sometimes a man) who has loose morals relating to sex