Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avant tout
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
allereerst; bovenal; hoofdzakelijk; in de eerste plaats; in het bijzonder; met name; overwegend; voor alles; vooral; voornamelijk
|
d'ailleurs
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
'tuurlijk; allicht; apropos; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; overigens; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel; à propos
|
de même que
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
als ook; alsmede; alsook; analoog; eender; eenvormig; evenals; eveneens; evenzeer; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; hetzelfde; identiek; mede; net zo; ook; soortgelijk; tevens
|
de plus
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
buitendien; daarbovenop; daarnaast; daarnevens; ernaast; plus; tevens; verder; verder nog; voor de rest; voor het overige; voorts
|
de surcroît
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
daarnaast; daarnevens; ernaast
|
du reste
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
overigens; trouwens; à propos
|
en outre
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
aan de andere kant; anderzijds; buitendien; daarbovenop; daarentegen; daarnaast; daarnevens; daartegenover; ernaast; plus; verder; verder nog; voor de rest; voor het overige
|
en plus
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
bij deze; buitendien; daarbovenop; daarnaast; daarnevens; ernaast; hierbij; hiermee; met dit; plus
|
en premier lieu
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
aanvoerend; bovenal; daarvoor; dominant; eerste; ervoor; gezaghebbend; leidend; maatgevend; op de eerste plaats; ten eerste; toonaangevend; voor; vooraan; vooraanstaande; vooral; vooreerst; voorin; voorop
|
ensuite
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
aansluitend; achter; daarachter; daarna; daarop; erachter; hierna; hierop; later; straks; tevens; verder; vervolgens; voor de rest; voor het overige; voorts; weldra; zometeen
|
et ainsi de suite
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
en zo verder
|
et aussi
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
alsmede; alsook; evenals; eveneens; evenzeer; mede; ook; tevens
|
par-dessus le marché
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
|
par-dessus tout
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
bovenal; vooral
|
plus que tout
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
bovenal; vooral
|
surtout
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
bepaaldelijk; bovenal; hoofdzakelijk; in de eerste plaats; in het bijzonder; met name; overwegend; vooral; voornamelijk
|
à côté
|
behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven
|
aangrenzend; aanpalend; belendend; dichtbij; ernaast; fout; foutief; hiernaast; in de buurt; mis; naar opzij; naast dit; nabij; nabijgelegen; naburig; omliggend; onjuist; onwaar; ten onrechte; terloops; terzijde; verkeerd; vlakbij; zijwaarts
|