Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. cursus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cursus (Nederlands) in het Frans

cursus:

cursus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cursus (onderricht; onderwijs; les; onderrichting)
    le cours; l'enseignement; la leçon; la classe
    • cours [le ~] zelfstandig naamwoord
    • enseignement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • leçon [la ~] zelfstandig naamwoord
    • classe [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de cursus (studie; leergang; kursus)
    l'étude; le cours
    • étude [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cours [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de cursus

Vertaal Matrix voor cursus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
classe cursus; les; onderricht; onderrichting; onderwijs aard; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; genre; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; lering; les; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; soort; stand; type; vaklokaal; voornaamheid; welgemanierdheid
cours cursus; kursus; leergang; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; studie aandelenkoersen; algemeenheid; beloop; college; gangbaarheid; gebruikelijkheid; geloofsleer; hofjes; instructie; kleine huisjes om binnenplein; koersen; leer; leerstelling; leerstuk; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs; ontwikkelingsgang; progressie; schoolpleinen; speelplaatsen; speelpleinen; universitaire les; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
enseignement cursus; les; onderricht; onderrichting; onderwijs educatie; geestelijke vorming; instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; scholing; vooruitgang; vorming
leçon cursus; les; onderricht; onderrichting; onderwijs geloofsleer; instructie; leer; leerstelling; leerstuk; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs
étude cursus; kursus; leergang; studie artsenpraktijk; bestudering; ervaring; praktijk; proef; routine; test
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cours cursus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
classe eersteklas; klasse

Verwante woorden van "cursus":

  • cursussen

Verwante definities voor "cursus":

  1. aantal lessen die bij elkaar horen1
    • ik volg een cursus om te leren tekstverwerken1

Wiktionary: cursus


Cross Translation:
FromToVia
cursus cours course — period of learning