Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. crisis:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor crisis (Nederlands) in het Frans

crisis:

crisis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de crisis (laagconjunctuur; depressie)
    la crise; la recession; la dépression; la période critique

Vertaal Matrix voor crisis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crise crisis; depressie; laagconjunctuur achteruitgang; apoplexie; attaque; beroerte; hersenbloeding; inzinking; nood; noodtoestand
dépression crisis; depressie; laagconjunctuur achteruitgang; depressie; drukminimum; inzinking; lage luchtdruk; lagedrukgebied; levenslast; ziekelijke neerslachtigheid
période critique crisis; depressie; laagconjunctuur
recession crisis; depressie; laagconjunctuur

Verwante woorden van "crisis":

  • crisissen

Wiktionary: crisis

crisis
noun
  1. médecine|fr changement en bien ou en mal qui survient dans le cours d'une maladie et s'annonce par quelques phénomènes particuliers, comme une excrétion abondante, une hémorragie considérable, des sueurs, un dépôt dans les urines, etc.

Cross Translation:
FromToVia
crisis crise crisis — unstable situation in political, social, economic or military affairs

Verwante vertalingen van crisis