Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bon
|
bon; coupon
|
tegoedbon; waardebon
|
chiffon
|
bon; coupon
|
doek; doekje; flard; homp; klungel; klungelaar; kruk; lap; lor; poetslap; prul; stoethaspel; stuk stof; stumper; vod; vodje
|
coupon
|
bon; coupon
|
lap; reclamebon; stuk stof
|
lambeau
|
bon; coupon
|
doek; lap; stuk stof
|
pièce
|
bon; coupon
|
aparte wooneenheid binnen een eengezinshuis; grote kamer; kamer; lapje; ruimte in een gebouw; speelstuk; vertrek; vertrekken; zaal
|
quittance
|
bon; coupon
|
bon; kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
|
restant
|
bon; coupon
|
het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; saldo; staartje
|
reçu
|
bon; coupon
|
beweringsgrond; bewijs; bewijs van ontvangst; bon; kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
|
récépissé
|
bon; coupon
|
bewijs van ontvangst; bon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
|
ticket
|
bon; coupon
|
bon; entreebiljet; kaart; kaartje; ontvangstbewijs; pasje; plaatsbewijs; reçu; stortingsbewijs; ticket; toegangsbewijs
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bon
|
|
aangenaam; aanlokkelijk; aardig; adequaat; akkoord; attent; behulpzaam; bekwaam; braaf; capabel; competent; eerlijk; gepast; geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; in orde; juist; kostelijk; lekker; mee eens; mild; overheerlijk; passend; plezierig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reuzelekker; smakelijk; tof; verlokkend; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig; zalig
|
restant
|
|
overig
|