Nederlands
Uitgebreide vertaling voor continueren (Nederlands) in het Frans
continueren:
-
continueren (doorgaan; voortzetten; vervolgen; aanhouden; voortgaan; verdergaan)
continuer; persister; se continuer; se poursuivre; durer-
continuer werkwoord (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
-
persister werkwoord (persiste, persistes, persistons, persistez, persistent, persistais, persistait, persistions, persistiez, persistaient, persistai, persistas, persista, persistâmes, persistâtes, persistèrent, persisterai, persisteras, persistera, persisterons, persisterez, persisteront)
-
se continuer werkwoord
-
se poursuivre werkwoord
-
durer werkwoord (dure, dures, durons, durez, durent, durais, durait, durions, duriez, duraient, durai, duras, dura, durâmes, durâtes, durèrent, durerai, dureras, durera, durerons, durerez, dureront)
-
-
continueren (voortzetten; doorgaan; verdergaan; vervolgen; prolongeren)
continuer; poursuivre; prolonger-
continuer werkwoord (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
-
poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, poursuivent, poursuivais, poursuivait, poursuivions, poursuiviez, poursuivaient, poursuivis, poursuivit, poursuivîmes, poursuivîtes, poursuivirent, poursuivrai, poursuivras, poursuivra, poursuivrons, poursuivrez, poursuivront)
-
prolonger werkwoord (prolonge, prolonges, prolongeons, prolongez, prolongent, prolongeais, prolongeait, prolongions, prolongiez, prolongeaient, prolongeai, prolongeas, prolongea, prolongeâmes, prolongeâtes, prolongèrent, prolongerai, prolongeras, prolongera, prolongerons, prolongerez, prolongeront)
-
Conjugations for continueren:
o.t.t.
- continueer
- continueert
- continueert
- continueren
- continueren
- continueren
o.v.t.
- continueerde
- continueerde
- continueerde
- continueerden
- continueerden
- continueerden
v.t.t.
- heb gecontinueerd
- hebt gecontinueerd
- heeft gecontinueerd
- hebben gecontinueerd
- hebben gecontinueerd
- hebben gecontinueerd
v.v.t.
- had gecontinueerd
- had gecontinueerd
- had gecontinueerd
- hadden gecontinueerd
- hadden gecontinueerd
- hadden gecontinueerd
o.t.t.t.
- zal continueren
- zult continueren
- zal continueren
- zullen continueren
- zullen continueren
- zullen continueren
o.v.t.t.
- zou continueren
- zou continueren
- zou continueren
- zouden continueren
- zouden continueren
- zouden continueren
en verder
- is gecontinueerd
- zijn gecontinueerd
diversen
- continueer!
- continueert!
- gecontinueerd
- continuerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor continueren:
Synoniemen voor "continueren":
Antoniemen van "continueren":
Verwante definities voor "continueren":
Wiktionary: continueren
continueren
verb
-
voortzetten
- continueren → continuer
Computer vertaling door derden: