Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chaînon
|
connectie; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband
|
kettingbout; schakel; schalm
|
communication
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
aangifte; aankondigen; aankondiging; aanzeggen; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; communicatie; convocatie; declaratie; gewag; informatie; informeren; inzage; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; oproeping; publicatie; publikatie; relaas; statement; tijding; toelichting; uitgave; uitgifte; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verwittiging
|
connexion
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
aaneenkoppeling; band; communicatie; correlatie; koppeling; relatie; samenhang; schakeling; verband; verbinding
|
contact
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
aanraking; aanslag; communicatie; contact; contactpersoon; contactpersoonitem; impact; voeling
|
interface
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
interface
|
jonction
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aanvoegen; koppeling; kruising; kruising van straten; kruispunt; las; samenvoeging; splitsing; spoorwegknooppunt; verbinden; verbinding; wegkruising; wegsplitsing
|
le rapport
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
|
liaison
|
aansluiting; connectie; contact; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verbinding
|
OLE/DDE-koppeling; aaneenkoppeling; aaneenvoeging; affaire; afgesproken ontmoeting; afspraak; akkoord; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; correlatie; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; het gebonden zijn; koppelen; koppeling; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhouding; verkering
|
lien
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verbinding
|
alliantie; band; bond; bondgenootschap; correlatie; hyperlink; link; relatie; samenhang; sluitband; verband; verbinding; verbond
|
ligne téléphonique
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
telefoondraad; telefoonlijn
|
rapport
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
aankondigen; akkoord; band; bekendmaken; bericht; binding; bond; bondgenootschap; correlatie; federatie; gebondenheid; geschiedenis; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; melden; notulen; ommegang; pact; rapport; referaat; relaas; relatie; reportage; samenhang; unie; verband; verbinding; verbond; verdichtsel; verdrag; verhaal; verhaaltje; verhouding; verkering; verslag; vertelling; vertelsel; weergave
|
relation
|
aansluiting; band; connectie; contact; liaison; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verbinding
|
affaire; akkoord; avontuurtje; band; bekende; bekende persoon; binding; bond; bondgenootschap; correlatie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; kennis; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; pact; relatie; samenhang; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhouding; verkering; verwantschap
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
liaison
|
|
koppelen
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
interface
|
|
interface
|
liaison
|
|
koppelen
|