Nederlands
Uitgebreide vertaling voor concluderend (Nederlands) in het Frans
concluderend:
-
concluderend (afsluitend)
concluant; en conclusion; pour conclure-
concluant bijvoeglijk naamwoord
-
en conclusion bijvoeglijk naamwoord
-
pour conclure bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor concluderend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
concluant | afsluitend; concluderend | afdoend; beslissend; doorslaggevend; overtuigend |
en conclusion | afsluitend; concluderend | eindelijk; ten laatste; ten langen leste; tenslotte; tot besluit |
pour conclure | afsluitend; concluderend |
concluderend vorm van concluderen:
-
concluderen (opmaken uit; een gevolgtrekking maken)
-
concluderen (iets afleiden uit)
conclure de; déduire de; arguer; inférer de-
conclure de werkwoord
-
déduire de werkwoord
-
arguer werkwoord
-
inférer de werkwoord
-
Conjugations for concluderen:
o.t.t.
- concludeer
- concludeert
- concludeert
- concluderen
- concluderen
- concluderen
o.v.t.
- concludeerde
- concludeerde
- concludeerde
- concludeerden
- concludeerden
- concludeerden
v.t.t.
- heb geconcludeerd
- hebt geconcludeerd
- heeft geconcludeerd
- hebben geconcludeerd
- hebben geconcludeerd
- hebben geconcludeerd
v.v.t.
- had geconcludeerd
- had geconcludeerd
- had geconcludeerd
- hadden geconcludeerd
- hadden geconcludeerd
- hadden geconcludeerd
o.t.t.t.
- zal concluderen
- zult concluderen
- zal concluderen
- zullen concluderen
- zullen concluderen
- zullen concluderen
o.v.t.t.
- zou concluderen
- zou concluderen
- zou concluderen
- zouden concluderen
- zouden concluderen
- zouden concluderen
diversen
- concludeer!
- concludeert!
- geconcludeerd
- concluderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor concluderen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arguer | concluderen; iets afleiden uit | |
conclure | concluderen; een gevolgtrekking maken; opmaken uit | afkrijgen; afleiden; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; deduceren; een einde maken aan; eindigen; klaarkrijgen; klaarmaken; laatste gedeelte afmaken; naar einde toewerken; ophouden; stoppen; volbrengen; volmaken; voltooien |
conclure de | concluderen; iets afleiden uit | |
déduire de | concluderen; iets afleiden uit | |
inférer de | concluderen; iets afleiden uit |
Wiktionary: concluderen
concluderen
Cross Translation:
verb
concluderen
-
(overgankelijk) tot een besluit komen
- concluderen → conclure
verb
-
Traductions à trier suivant le sens
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• concluderen | → conclure | ↔ conclude — to end |
• concluderen | → déduire | ↔ infer — (transitive) To conclude by reasoning or deduction, as from premises or evidence |
Computer vertaling door derden: