Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- centraliseren:
-
Wiktionary:
- centraliseren → centraliser
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor centraliseren (Nederlands) in het Frans
centraliseren:
centraliseren werkwoord (centraliseer, centraliseert, centraliseerde, centraliseerden, gecentraliseerd)
-
centraliseren
centraliser; concentrer-
centraliser werkwoord (centralise, centralises, centralisons, centralisez, centralisent, centralisais, centralisait, centralisions, centralisiez, centralisaient, centralisai, centralisas, centralisa, centralisâmes, centralisâtes, centralisèrent, centraliserai, centraliseras, centralisera, centraliserons, centraliserez, centraliseront)
-
concentrer werkwoord (concentre, concentres, concentrons, concentrez, concentrent, concentrais, concentrait, concentrions, concentriez, concentraient, concentrai, concentras, concentra, concentrâmes, concentrâtes, concentrèrent, concentrerai, concentreras, concentrera, concentrerons, concentrerez, concentreront)
-
Conjugations for centraliseren:
o.t.t.
- centraliseer
- centraliseert
- centraliseert
- centraliseren
- centraliseren
- centraliseren
o.v.t.
- centraliseerde
- centraliseerde
- centraliseerde
- centraliseerden
- centraliseerden
- centraliseerden
v.t.t.
- heb gecentraliseerd
- hebt gecentraliseerd
- heeft gecentraliseerd
- hebben gecentraliseerd
- hebben gecentraliseerd
- hebben gecentraliseerd
v.v.t.
- had gecentraliseerd
- had gecentraliseerd
- had gecentraliseerd
- hadden gecentraliseerd
- hadden gecentraliseerd
- hadden gecentraliseerd
o.t.t.t.
- zal centraliseren
- zult centraliseren
- zal centraliseren
- zullen centraliseren
- zullen centraliseren
- zullen centraliseren
o.v.t.t.
- zou centraliseren
- zou centraliseren
- zou centraliseren
- zouden centraliseren
- zouden centraliseren
- zouden centraliseren
en verder
- ben gecentraliseerd
- bent gecentraliseerd
- is gecentraliseerd
- zijn gecentraliseerd
- zijn gecentraliseerd
- zijn gecentraliseerd
diversen
- centraliseer!
- centraliseert!
- gecentraliseerd
- centraliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor centraliseren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
centraliser | centraliseren | |
concentrer | centraliseren | bij elkaar brengen; bijeenbrengen; concentreren; door koken dikker worden; indikken; samenbrengen; verdikken |
Wiktionary: centraliseren
centraliseren
verb
-
op één punt samenbrengen
- centraliseren → centraliser