Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ceintuur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ceintuurs (Nederlands) in het Frans

ceintuur:

ceintuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ceintuur (gordel; riem)
    la ceinture; le cordon; le ceinturon

Vertaal Matrix voor ceintuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ceinture ceintuur; gordel; riem broekband; broekriem; gordel; gordelriem; lei; lijn; plaatje; riem; singeltje; teugel
ceinturon ceintuur; gordel; riem gordel; gordelriem; koppelriem; vestingmuur
cordon ceintuur; gordel; riem draad; elektriciteitsdraad; garen; haarband; haarlint; koordje; kordon; lint; rijgsnoer; snoer; snoertje; touwtje; voetriempje

Verwante woorden van "ceintuur":

  • ceinturen, ceintuurs, ceintuurtje, ceintuurtjes

Wiktionary: ceintuur


Cross Translation:
FromToVia
ceintuur ceinture belt — band worn around the waist