Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
averse
|
bui; regenbui
|
gietbui; gieten; hemelwater; neerslag; plensbui; plenzen; regen; regenvloed; slagregen; stortbui; storten; stortregen; stortregenen; zware regenbui
|
caprice
|
bui; gril; kuur; luim; nuk
|
aanval; bevlieging; bokkensprong; capriool; frats; gekke streek; opwelling; rare streek; vlaag
|
disposition
|
bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming
|
aanvoelen; beschikbaarheid; beschikking; compromis; conditie; confessie; feeling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gevoel; gezindheid; gezindte; hang; inborst; inclinatie; indeling; neiging; staat; stemming; temperament; toestand; vergelijk
|
disposition d'âme
|
bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming
|
geestesgesteldheid; geestestoestand; psychische toestand
|
humeur
|
bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gril; humeur; kuur; luim; nuk; stemming
|
confessie; geestesgesteldheid; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gezindheid; gezindte; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament
|
moral
|
bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming
|
gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming
|
ondée
|
bui; regenbui
|
regenvloed; regenwind
|
état d'âme
|
bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming
|
confessie; geestesgesteldheid; geestestoestand; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gezindheid; gezindte; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament
|
-
|
stemming
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
moral
|
|
moraal
|