Nederlands
Uitgebreide vertaling voor brokje (Nederlands) in het Frans
brokje:
-
het brokje (kleine brok)
-
het brokje (stukje; fragmentje; klein stukje; snippertje; eindje; partje)
la petite pièce; le petit morceau; le petit bout; la composition; l'article; le petit débris; la publication; le petit peu
Vertaal Matrix voor brokje:
Verwante woorden van "brokje":
brokje vorm van brok:
-
de brok (klont; suikerklontje)
Vertaal Matrix voor brok:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grumeau | brok; klont; suikerklontje | kledder; klodder; klont; klonter; kwak; lik |
morceau | brok; klont; suikerklontje | aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; boterham; brokstuk; component; deel; deeltje; diggel; element; fractie; ingrediënt; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; onderdeel; onderdeeltje; part; plak brood; scherf; segment; snee; sneetje; splinter; stuk; wrakstuk |
partie | brok; klont; suikerklontje | aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; beurt; component; deel; departement; detachement; element; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klompje; klontertje; klontje; onderdeel; part; partij; partijtje; party; potje; rondje; sectie; segment; spel; spelletje; stuk; tak; wedstrijdje |
Verwante woorden van "brok":
Wiktionary: brok
brok
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• brok | → morceau; pièce | ↔ chunk — a part of something |
• brok | → tranche; morceau | ↔ dollop — lump |
• brok | → masse; protubérance; tas; renflement; motte; bosse | ↔ lump — something that protrudes, sticks out, or sticks together; a cluster or blob; a mound, hill, or group |
• brok | → morceau | ↔ morsel — small fragment |