Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bril (Nederlands) in het Frans

bril:

bril [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bril
    le siège de cabinet; la siège d'aisances; la siège d'un cabinet d'aisances
  2. de bril
    les lunettes
    • lunettes [les ~ (f)] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. de bril (toiletbril)
    la lunette
    • lunette [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bril:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lunette bril; toiletbril
lunettes bril leesbril; vliegbril
siège d'aisances bril
siège d'un cabinet d'aisances bril
siège de cabinet bril

Verwante woorden van "bril":

  • brillen

Verwante definities voor "bril":

  1. ring op de WC waar je op zit1
    • mannen zet de bril omhoog, want vrouwen zitten ook graag droog1
  2. wat je op je neus draagt om beter te kunnen zien1
    • hij heeft een bril om te lezen1

Wiktionary: bril

bril
noun
  1. Paire de lunettes

Cross Translation:
FromToVia
bril besicles; lunettes; hublots Brille — vor den Augen getragenes Gestell mit Bügeln und zwei geschliffenen oder gefärbten als Sehhilfe oder dem Augenschutz dienenden Gläsern
bril lunettes pair of eyeglasses — a pair of lenses set in a frame
bril lunettes pair of glasses — a pair of lenses set in a frame
bril lunettes pair of specs — a pair of lenses set in a frame
bril lunettes pair of spectacles — a pair of lenses set in a frame
bril lunettes; barniques; binocles; bésicles spectacles — a pair of lenses set in a frame

Verwante vertalingen van bril