Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bridgen (Nederlands) in het Frans
bridgen:
-
bridgen
bridger; jouer au bridge-
bridger werkwoord (bridge, bridges, bridgeons, bridgez, bridgent, bridgeais, bridgeait, bridgions, bridgiez, bridgeaient, bridgeai, bridgeas, bridgea, bridgeâmes, bridgeâtes, bridgèrent, bridgerai, bridgeras, bridgera, bridgerons, bridgerez, bridgeront)
-
jouer au bridge werkwoord
-
Conjugations for bridgen:
o.t.t.
- bridge
- bridget
- bridget
- bridgen
- bridgen
- bridgen
o.v.t.
- bridgde
- bridgde
- bridgede
- bridgden
- bridgden
- bridgden
v.t.t.
- heb gebridgd
- hebt gebridgd
- heeft gebridgd
- hebben gebridgd
- hebben gebridgd
- hebben gebridgd
v.v.t.
- had gebridgd
- had gebridgd
- had gebridgd
- hadden gebridgd
- hadden gebridgd
- hadden gebridgd
o.t.t.t.
- zal bridgen
- zult bridgen
- zal bridgen
- zullen bridgen
- zullen bridgen
- zullen bridgen
o.v.t.t.
- zou bridgen
- zou bridgen
- zou bridgen
- zouden bridgen
- zouden bridgen
- zouden bridgen
diversen
- bridge!
- gebridgd
- bridgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bridgen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bridger | bridgen | |
jouer au bridge | bridgen |
Computer vertaling door derden: