Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. brandweer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brandweer (Nederlands) in het Frans

brandweer:

brandweer [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de brandweer
    le pompiers; le sapeurs-pompiers; le service d'incendie

Vertaal Matrix voor brandweer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pompiers brandweer brandwacht; brandweerlieden; spuitgasten
sapeurs-pompiers brandweer
service d'incendie brandweer

Verwante woorden van "brandweer":

  • brandweren

Wiktionary: brandweer

brandweer
noun
  1. de instantie die zich bezighoudt met het redden van mens en dier en het voorkomen en bestrijden van brand
brandweer
noun
  1. Personne chargée de porter secours dans les incendies, et particulièrement d’y faire agir des pompes.
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
brandweer corps des sapeurs-pompiers; service d'incendie; sapeurs-pompiers fire department — fire department
brandweer sapeur-pompiers; brigade du feu; corps des pompiers FeuerwehrPlural selten: berufsmäßig oder freiwillig aufgebaute Mannschaft zur Brandbekämpfung, für Notfall, Katastrophenschutz und andere Aufgaben