Nederlands
Uitgebreide vertaling voor boos worden (Nederlands) in het Frans
boos worden:
-
boos worden
se fâcher; se faire de la bile; s'énerver-
se fâcher werkwoord
-
se faire de la bile werkwoord
-
s'énerver werkwoord
-
Conjugations for boos worden:
o.t.t.
- word boos
- wordt boos
- wordt boos
- worden boos
- worden boos
- worden boos
o.v.t.
- werd boos
- werd boos
- werd boos
- werden boos
- werden boos
- werden boos
v.t.t.
- ben boos geworden
- bent boos geworden
- is boos geworden
- zijn boos geworden
- zijn boos geworden
- zijn boos geworden
v.v.t.
- was boos geworden
- was boos geworden
- was boos geworden
- waren boos geworden
- waren boos geworden
- waren boos geworden
o.t.t.t.
- zal boos worden
- zult boos worden
- zal boos worden
- zullen boos worden
- zullen boos worden
- zullen boos worden
o.v.t.t.
- zou boos worden
- zou boos worden
- zou boos worden
- zouden boos worden
- zouden boos worden
- zouden boos worden
diversen
- word boos!
- wordt boos!
- boos geworden
- boos wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor boos worden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
s'énerver | boos worden | rood aanlopen; rood worden |
se faire de la bile | boos worden | |
se fâcher | boos worden |