Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. boord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boord (Nederlands) in het Frans

boord:

boord [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boord (scheepsdek)
    le tillac; le pont du navire; le pont; le pont du bateau
  2. de boord (kraag; halskraag)
    le col; le collet; le col d'un vêtement

Vertaal Matrix voor boord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
col boord; halskraag; kraag bergpas; boordje; col; kraagje; pas; rolkraag
col d'un vêtement boord; halskraag; kraag
collet boord; halskraag; kraag hals; hals van een kledingstuk; halsstuk
pont boord; scheepsdek brug; netwerkbrug
pont du bateau boord; scheepsdek
pont du navire boord; scheepsdek
tillac boord; scheepsdek

Verwante definities voor "boord":

  1. stijve kraag1
    • de boord van zijn overhemd is vuil1

Wiktionary: boord

boord
noun
  1. Partie d'habit autour du cou.
  2. Traductions à trier suivant le sens
  3. pierre percer ou assise de pierres qui former le rebord d’un puits.
  4. bord élever et ordinairement ajouter, rapporter.
  5. terrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.

Cross Translation:
FromToVia
boord bande bumper — side wall of a pool table
boord col collar — fabric garment part fitting around throat
boord collier collar — any encircling device or structure

Verwante vertalingen van boord