Nederlands
Uitgebreide vertaling voor binnenstormen (Nederlands) in het Frans
binnenstormen:
binnenstormen werkwoord (storm binnen, stormt binnen, stormde binnen, stormden binnen, binnengestormd)
-
binnenstormen (binnenvliegen)
Conjugations for binnenstormen:
o.t.t.
- storm binnen
- stormt binnen
- stormt binnen
- stormen binnen
- stormen binnen
- stormen binnen
o.v.t.
- stormde binnen
- stormde binnen
- stormde binnen
- stormden binnen
- stormden binnen
- stormden binnen
v.t.t.
- ben binnengestormd
- bent binnengestormd
- is binnengestormd
- zijn binnengestormd
- zijn binnengestormd
- zijn binnengestormd
v.v.t.
- was binnengestormd
- was binnengestormd
- was binnengestormd
- waren binnengestormd
- waren binnengestormd
- waren binnengestormd
o.t.t.t.
- zal binnenstormen
- zult binnenstormen
- zal binnenstormen
- zullen binnenstormen
- zullen binnenstormen
- zullen binnenstormen
o.v.t.t.
- zou binnenstormen
- zou binnenstormen
- zou binnenstormen
- zouden binnenstormen
- zouden binnenstormen
- zouden binnenstormen
diversen
- storm binnen!
- stormt binnen!
- binnengestormd
- binnestormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor binnenstormen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
entrer en trombe | binnenstormen; binnenvliegen | |
se précipiter | binnenstormen; binnenvliegen | aanpoten; aanvallen; attaqueren; belegeren; bestormen; haast maken; haasten; hardlopen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; overhaasten; overvallen; rennen; reppen; snellen; spoeden; stressen; tempo maken; vliegen; voortmaken; zich haasten; zich spoeden; zich storten |