Nederlands
Uitgebreide vertaling voor binnengaan (Nederlands) in het Frans
binnengaan:
-
binnengaan (binnentreden; betreden; binnenkomen; ingaan; binnenstappen; binnenlopen)
entrer; rentrer; entrer dans; entrer en vigueur; pénétrer dans; pénétrer-
entrer werkwoord (entre, entres, entrons, entrez, entrent, entrais, entrait, entrions, entriez, entraient, entrai, entras, entra, entrâmes, entrâtes, entrèrent, entrerai, entreras, entrera, entrerons, entrerez, entreront)
-
rentrer werkwoord (rentre, rentres, rentrons, rentrez, rentrent, rentrais, rentrait, rentrions, rentriez, rentraient, rentrai, rentras, rentra, rentrâmes, rentrâtes, rentrèrent, rentrerai, rentreras, rentrera, rentrerons, rentrerez, rentreront)
-
entrer dans werkwoord
-
entrer en vigueur werkwoord
-
pénétrer dans werkwoord
-
pénétrer werkwoord (pénètre, pénètres, pénétrons, pénétrez, pénètrent, pénétrais, pénétrait, pénétrions, pénétriez, pénétraient, pénétrai, pénétras, pénétra, pénétrâmes, pénétrâtes, pénétrèrent, pénétrerai, pénétreras, pénétrera, pénétrerons, pénétrerez, pénétreront)
-
Conjugations for binnengaan:
o.t.t.
- ga binnen
- gaat binnen
- gaat binnen
- gaan binnen
- gaan binnen
- gaan binnen
o.v.t.
- ging binnen
- ging binnen
- ging binnen
- gingen binnen
- gingen binnen
- gingen binnen
v.t.t.
- ben binnengegaan
- bent binnengegaan
- is binnengegaan
- zijn binnengegaan
- zijn binnengegaan
- zijn binnengegaan
v.v.t.
- was binnengegaan
- was binnengegaan
- was binnengegaan
- waren binnengegaan
- waren binnengegaan
- waren binnengegaan
o.t.t.t.
- zal binnengaan
- zult binnengaan
- zal binnengaan
- zullen binnengaan
- zullen binnengaan
- zullen binnengaan
o.v.t.t.
- zou binnengaan
- zou binnengaan
- zou binnengaan
- zouden binnengaan
- zouden binnengaan
- zouden binnengaan
diversen
- ga binnen!
- gaat binnen!
- binnengegaan
- binnengaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
binnengaan
Vertaal Matrix voor binnengaan:
Wiktionary: binnengaan
binnengaan
Cross Translation:
verb
binnengaan
-
ergens in gaan
- binnengaan → entrer
noun
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• binnengaan | → entrer | ↔ enter — to go into (a room, etc.) |