Nederlands
Uitgebreide vertaling voor billijkheid (Nederlands) in het Frans
billijkheid:
-
de billijkheid (redelijkheid; schappelijkheid)
Vertaal Matrix voor billijkheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bon sens | billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid | boerenverstand |
justice | billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid | balie; eigenschap van rechtvaardigheid; gerecht; gerechtigheid; gerechtshof; hof; recht; rechtbank; rechtspleging; rechtspraak; rechtvaardigheid; tribunaal |
raison | billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid | aanleiding; brein; denkvermogen; directe oorzaak; geest; geestvermogen; geestverschijning; gelijk; gemoedstoestand; hersens; intellect; oorzaak; rede; reden; schim; spook; spookverschijning; stemming; vernuft; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen; wijsheid |
équité | billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid | eigenschap van rechtvaardigheid; gerechtigheid; recht; rechtmatigheid; rechtsgeldigheid; rechtvaardigheid; wettigheid |
Verwante woorden van "billijkheid":
billijkheid vorm van billijk:
-
billijk (schappelijk; redelijk; geschikt)
raisonable; approprié; convenable; raisonablement; convenablement; avec raison-
raisonable bijvoeglijk naamwoord
-
approprié bijvoeglijk naamwoord
-
convenable bijvoeglijk naamwoord
-
raisonablement bijvoeglijk naamwoord
-
convenablement bijvoeglijk naamwoord
-
avec raison bijvoeglijk naamwoord
-
-
billijk (wettig; rechtvaardig; rechtmatig; gewettigd; wetmatig)
raisonnable; légitime; légal; équitable; à juste titre; valide; équitablement; légitimement; légalement; raisonnablement-
raisonnable bijvoeglijk naamwoord
-
légitime bijvoeglijk naamwoord
-
légal bijvoeglijk naamwoord
-
équitable bijvoeglijk naamwoord
-
à juste titre bijvoeglijk naamwoord
-
valide bijvoeglijk naamwoord
-
équitablement bijvoeglijk naamwoord
-
légitimement bijvoeglijk naamwoord
-
légalement bijvoeglijk naamwoord
-
raisonnablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
billijk (gerechtvaardigd; rechtmatig)
justifié; à juste titre; fondé; légal; légitime; légalement; légitimement-
justifié bijvoeglijk naamwoord
-
à juste titre bijvoeglijk naamwoord
-
fondé bijvoeglijk naamwoord
-
légal bijvoeglijk naamwoord
-
légitime bijvoeglijk naamwoord
-
légalement bijvoeglijk naamwoord
-
légitimement bijvoeglijk naamwoord
-