Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijsturen (Nederlands) in het Frans
bijsturen:
-
bijsturen
Conjugations for bijsturen:
o.t.t.
- stuur bij
- stuurt bij
- stuurt bij
- sturen bij
- sturen bij
- sturen bij
o.v.t.
- stuurde bij
- stuurde bij
- stuurde bij
- stuurden bij
- stuurden bij
- stuurden bij
v.t.t.
- heb bijgestuurd
- hebt bijgestuurd
- heeft bijgestuurd
- hebben bijgestuurd
- hebben bijgestuurd
- hebben bijgestuurd
v.v.t.
- had bijgestuurd
- had bijgestuurd
- had bijgestuurd
- hadden bijgestuurd
- hadden bijgestuurd
- hadden bijgestuurd
o.t.t.t.
- zal bijsturen
- zult bijsturen
- zal bijsturen
- zullen bijsturen
- zullen bijsturen
- zullen bijsturen
o.v.t.t.
- zou bijsturen
- zou bijsturen
- zou bijsturen
- zouden bijsturen
- zouden bijsturen
- zouden bijsturen
diversen
- stuur bij!
- stuurt bij!
- bijgestuurd
- bijsturend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bijsturen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
corriger | bijsturen | compenseren; controleren; corrigeren; fatsoeneren; goedmaken; nagaan; nakijken; rechttrekken; rechtzetten; rectificeren; verbeteren; vergoeden |