Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bijkomstigheid:
  2. bijkomstig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijkomstigheid (Nederlands) in het Frans

bijkomstigheid:

bijkomstigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bijkomstigheid
    la circonstances accidentelles; l'à-côté

Vertaal Matrix voor bijkomstigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
circonstances accidentelles bijkomstigheid
à-côté bijkomstigheid bijverdienste; bijzaak; neveninkomsten; schnabbel

Verwante woorden van "bijkomstigheid":


Wiktionary: bijkomstigheid

bijkomstigheid
noun
  1. Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.

bijkomstig:

bijkomstig bijvoeglijk naamwoord

  1. bijkomstig (ondergeschikt; inferieur; onderhorig; onderworpen)
    subordonné; docile; inférieur; accessoire; secondaire; servile; subalterne; soumis

Vertaal Matrix voor bijkomstig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accessoire accessoire; hulpstuk; randapparaat
inférieur inferieur; mindere; onderdanige; ondergeschikte
subordonné inferieur; mindere; ondergeschikte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accessoire bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen bij het hoofdfeit komende; bijkomend
docile bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; knechts; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; serviel; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
inférieur bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen arm; benedenste; dor; gebrekkig; incapabel; incompetent; inferieur; laagstaand; laagste; minderwaardig; onbekwaam; ondermaats; onderste; ondeugdelijk; ongeschikt; schraal; slecht; tweederangs; zwak
secondaire bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen secondair; secundair
servile bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen dienstbaar; gedienstig; knechts; kruiperig; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
soumis bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; berustend; gedwee; gelaten; horig; knechts; kruiperig; lijdelijk; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; onvrij; serviel; slaafs; tam; volgzaam
subalterne bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; arm; dor; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onzelfstandig; schraal; slecht; subaltern; tweederangs; zwak
subordonné bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; onzelfstandig

Verwante woorden van "bijkomstig":