Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bietsen (Nederlands) in het Frans
bietsen:
-
bietsen (inpikken; pikken; ontfutselen; aftroggelen; grissen; gappen; afpakken)
piquer; piller; faucher; rafler; chiper; subtiliser-
piquer werkwoord (pique, piques, piquons, piquez, piquent, piquais, piquait, piquions, piquiez, piquaient, piquai, piquas, piqua, piquâmes, piquâtes, piquèrent, piquerai, piqueras, piquera, piquerons, piquerez, piqueront)
-
piller werkwoord (pille, pilles, pillons, pillez, pillent, pillais, pillait, pillions, pilliez, pillaient, pillai, pillas, pilla, pillâmes, pillâtes, pillèrent, pillerai, pilleras, pillera, pillerons, pillerez, pilleront)
-
faucher werkwoord (fauche, fauches, fauchons, fauchez, fauchent, fauchais, fauchait, fauchions, fauchiez, fauchaient, fauchai, fauchas, faucha, fauchâmes, fauchâtes, fauchèrent, faucherai, faucheras, fauchera, faucherons, faucherez, faucheront)
-
rafler werkwoord (rafle, rafles, raflons, raflez, raflent, raflais, raflait, raflions, rafliez, raflaient, raflai, raflas, rafla, raflâmes, raflâtes, raflèrent, raflerai, rafleras, raflera, raflerons, raflerez, rafleront)
-
chiper werkwoord (chipe, chipes, chipons, chipez, chipent, chipais, chipait, chipions, chipiez, chipaient, chipai, chipas, chipa, chipâmes, chipâtes, chipèrent, chiperai, chiperas, chipera, chiperons, chiperez, chiperont)
-
subtiliser werkwoord (subtilise, subtilises, subtilisons, subtilisez, subtilisent, subtilisais, subtilisait, subtilisions, subtilisiez, subtilisaient, subtilisai, subtilisas, subtilisa, subtilisâmes, subtilisâtes, subtilisèrent, subtiliserai, subtiliseras, subtilisera, subtiliserons, subtiliserez, subtiliseront)
-
Conjugations for bietsen:
o.t.t.
- biets
- bietst
- bietst
- bietsen
- bietsen
- bietsen
o.v.t.
- bietste
- bietste
- bietste
- bietsten
- bietsten
- bietsten
v.t.t.
- heb gebietst
- hebt gebietst
- heeft gebietst
- hebben gebietst
- hebben gebietst
- hebben gebietst
v.v.t.
- had gebietst
- had gebietst
- had gebietst
- hadden gebietst
- hadden gebietst
- hadden gebietst
o.t.t.t.
- zal bietsen
- zult bietsen
- zal bietsen
- zullen bietsen
- zullen bietsen
- zullen bietsen
o.v.t.t.
- zou bietsen
- zou bietsen
- zou bietsen
- zouden bietsen
- zouden bietsen
- zouden bietsen
diversen
- biets!
- bietst!
- gebietst
- bietsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bietsen (inpikken)
le parasitisme
Vertaal Matrix voor bietsen:
Computer vertaling door derden: