Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aviné
|
beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
|
|
bourré
|
beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; stomdroken; zat
|
afgeladen; bomvol; gevuld; knalvol; ladderzat; laveloos; opgevuld; overvol; propvol; smoordronken; stampvol; stomdronken; straalbezopen; tjokvol; toeter; vol; volgepropt; volgestopt
|
fin soûl
|
bezopen; stomdroken
|
|
gris
|
beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
|
aangeschoten; beneveld; beschonken; blank; bleek; boosaardig; druilerig; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; grijsharig; halfdronken; kleurloos; ladderzat; laveloos; miezerig; mistroostig; morsig; ongekleurd; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; smoordronken; somber; stomdronken; straalbezopen; teut; tipsy; toeter; triest; troosteloos; vaal; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vuil grijs; vunzig
|
ivre
|
beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
|
aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken; ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; toeter
|
raide
|
beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
|
afgemeten; chagrijnig; harkerig; houterig; knorrig; korzelig; krukkig; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; onbeholpen; onbuigzaam; onhandig; onverzettelijk; opgemeten; platzak; schutterig; slungelig; star; stijf; stijfjes; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; stug; stumperig; stuntelig; sukkelig; taai; verstard
|
soûl
|
beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
|
aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken; ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
|
éméché
|
beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
|
aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy
|