Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bezegelen (Nederlands) in het Frans
bezegelen:
-
bezegelen (bekrachtigen; goedkeuren; bevestigen; homologeren)
confirmer; valider; sceller; ratifier; entériner-
confirmer werkwoord (confirme, confirmes, confirmons, confirmez, confirment, confirmais, confirmait, confirmions, confirmiez, confirmaient, confirmai, confirmas, confirma, confirmâmes, confirmâtes, confirmèrent, confirmerai, confirmeras, confirmera, confirmerons, confirmerez, confirmeront)
-
valider werkwoord (valide, valides, validons, validez, valident, validais, validait, validions, validiez, validaient, validai, validas, valida, validâmes, validâtes, validèrent, validerai, valideras, validera, validerons, validerez, valideront)
-
sceller werkwoord (scelle, scelles, scellons, scellez, scellent, scellais, scellait, scellions, scelliez, scellaient, scellai, scellas, scella, scellâmes, scellâtes, scellèrent, scellerai, scelleras, scellera, scellerons, scellerez, scelleront)
-
ratifier werkwoord (ratifie, ratifies, ratifions, ratifiez, ratifient, ratifiais, ratifiait, ratifiions, ratifiiez, ratifiaient, ratifiai, ratifias, ratifia, ratifiâmes, ratifiâtes, ratifièrent, ratifierai, ratifieras, ratifiera, ratifierons, ratifierez, ratifieront)
-
entériner werkwoord (entérine, entérines, entérinons, entérinez, entérinent, entérinais, entérinait, entérinions, entériniez, entérinaient, entérinai, entérinas, entérina, entérinâmes, entérinâtes, entérinèrent, entérinerai, entérineras, entérinera, entérinerons, entérinerez, entérineront)
-
-
bezegelen (van zegel voorzien)
sceller; cacheter-
sceller werkwoord (scelle, scelles, scellons, scellez, scellent, scellais, scellait, scellions, scelliez, scellaient, scellai, scellas, scella, scellâmes, scellâtes, scellèrent, scellerai, scelleras, scellera, scellerons, scellerez, scelleront)
-
cacheter werkwoord (cachette, cachettes, cachetons, cachetez, cachettent, cachetais, cachetait, cachetions, cachetiez, cachetaient, cachetai, cachetas, cacheta, cachetâmes, cachetâtes, cachetèrent, cachetterai, cachetteras, cachettera, cachetterons, cachetterez, cachetteront)
-
Conjugations for bezegelen:
o.t.t.
- bezegel
- bezegelt
- bezegelt
- bezegelen
- bezegelen
- bezegelen
o.v.t.
- bezegelde
- bezegelde
- bezegelde
- bezegelden
- bezegelden
- bezegelden
v.t.t.
- heb bezegeld
- hebt bezegeld
- heeft bezegeld
- hebben bezegeld
- hebben bezegeld
- hebben bezegeld
v.v.t.
- had bezegeld
- had bezegeld
- had bezegeld
- hadden bezegeld
- hadden bezegeld
- hadden bezegeld
o.t.t.t.
- zal bezegelen
- zult bezegelen
- zal bezegelen
- zullen bezegelen
- zullen bezegelen
- zullen bezegelen
o.v.t.t.
- zou bezegelen
- zou bezegelen
- zou bezegelen
- zouden bezegelen
- zouden bezegelen
- zouden bezegelen
diversen
- bezegel!
- bezegelt!
- bezegeld
- bezegelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bezegelen:
Wiktionary: bezegelen
bezegelen
verb
-
Marquer d’un sceau