Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bewoner (Nederlands) in het Frans
bewoner:
-
de bewoner (huisbewoner; inwoner)
– wie in een gebied of een huis woont 1 -
de bewoner (inwoner)
– wie in een gebied of een huis woont 1
Vertaal Matrix voor bewoner:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
habitant | bewoner; huisbewoner; inwoner | burger; ingezetene; staatsburger |
habitante | bewoner; huisbewoner; inwoner | |
locataire | bewoner; huisbewoner; inwoner | bewoner van huurwoning; huurder; kamerbewoner; tenant |
résidante | bewoner; huisbewoner; inwoner | interne; inwonende |
résident | bewoner; huisbewoner; inwoner | interne; inwonende |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
habitant | inwonende; stagiair |
Verwante woorden van "bewoner":
Verwante definities voor "bewoner":
Wiktionary: bewoner
bewoner
Cross Translation:
noun
bewoner
-
iemand die in of op iets woont
- bewoner → habitant
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bewoner | → résident; citoyen; habitant | ↔ denizen — an inhabitant of a place; one who dwells in |
• bewoner | → habitant; résidente; résident; habitante | ↔ inhabitant — Someone or thing who lives in a place |
• bewoner | → habitant | ↔ occupant — owner or tenant |
• bewoner | → occupant | ↔ tenant — occupant |