Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bevragen (Nederlands) in het Frans
bevragen:
-
bevragen
demander; solliciter; prier; s'adresser à-
demander werkwoord (demande, demandes, demandons, demandez, demandent, demandais, demandait, demandions, demandiez, demandaient, demandai, demandas, demanda, demandâmes, demandâtes, demandèrent, demanderai, demanderas, demandera, demanderons, demanderez, demanderont)
-
solliciter werkwoord (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, sollicitent, sollicitais, sollicitait, sollicitions, sollicitiez, sollicitaient, sollicitai, sollicitas, sollicita, sollicitâmes, sollicitâtes, sollicitèrent, solliciterai, solliciteras, sollicitera, solliciterons, solliciterez, solliciteront)
-
prier werkwoord (prie, pries, prions, priez, prient, priais, priait, priions, priiez, priaient, priai, prias, pria, priâmes, priâtes, prièrent, prierai, prieras, priera, prierons, prierez, prieront)
-
s'adresser à werkwoord
-
Conjugations for bevragen:
o.t.t.
- bevraag
- bevraagt
- bevraagt
- bevragen
- bevragen
- bevragen
o.v.t.
- bevraagde
- bevraagde
- bevraagde
- bevraagden
- bevraagden
- bevraagden
v.t.t.
- heb bevraagd
- hebt bevraagd
- heeft bevraagd
- hebben bevraagd
- hebben bevraagd
- hebben bevraagd
v.v.t.
- had bevraagd
- had bevraagd
- had bevraagd
- hadden bevraagd
- hadden bevraagd
- hadden bevraagd
o.t.t.t.
- zal bevragen
- zult bevragen
- zal bevragen
- zullen bevragen
- zullen bevragen
- zullen bevragen
o.v.t.t.
- zou bevragen
- zou bevragen
- zou bevragen
- zouden bevragen
- zouden bevragen
- zouden bevragen
diversen
- bevraag!
- bevraagt!
- bevraagd
- bevragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bevragen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
demander | aanspraak maken op; aanvragen; claim; opgeven | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
demander | bevragen | aanspraak maken op; aanvragen; aanzoeken; bidden; eisen; in gebed zijn; navragen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwestreren; rekwireren; soebatten; uitnodigen; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vraag stellen; vragen |
prier | bevragen | aanvragen; aanzoeken; bidden; in gebed zijn; rekwestreren; smeken; soebatten; uitnodigen; verzoeken; vragen |
s'adresser à | bevragen | iemand aanspreken; iemand adresseren; iemand toespreken; spreken tot iemand |
solliciter | bevragen | aandringen; aanvragen; aanzoeken; beroep doen op; rekwestreren; solliciteren; uitnodigen; verzoeken; vragen |