Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bevoordelen (Nederlands) in het Frans
bevoordelen:
-
bevoordelen (voortrekken; begunstigen; voorschuiven)
privilégier; avantager; favoriser; gratifier-
privilégier werkwoord (privilégie, privilégies, privilégions, privilégiez, privilégient, privilégiais, privilégiait, privilégiions, privilégiiez, privilégiaient, privilégiai, privilégias, privilégia, privilégiâmes, privilégiâtes, privilégièrent, privilégierai, privilégieras, privilégiera, privilégierons, privilégierez, privilégieront)
-
avantager werkwoord (avantage, avantages, avantageons, avantagez, avantagent, avantageais, avantageait, avantagions, avantagiez, avantageaient, avantageai, avantageas, avantagea, avantageâmes, avantageâtes, avantagèrent, avantagerai, avantageras, avantagera, avantagerons, avantagerez, avantageront)
-
favoriser werkwoord (favorise, favorises, favorisons, favorisez, favorisent, favorisais, favorisait, favorisions, favorisiez, favorisaient, favorisai, favorisas, favorisa, favorisâmes, favorisâtes, favorisèrent, favoriserai, favoriseras, favorisera, favoriserons, favoriserez, favoriseront)
-
gratifier werkwoord (gratifie, gratifies, gratifions, gratifiez, gratifient, gratifiais, gratifiait, gratifiions, gratifiiez, gratifiaient, gratifiai, gratifias, gratifia, gratifiâmes, gratifiâtes, gratifièrent, gratifierai, gratifieras, gratifiera, gratifierons, gratifierez, gratifieront)
-
Conjugations for bevoordelen:
o.t.t.
- bevoordeel
- bevoordeelt
- bevoordeelt
- bevoordelen
- bevoordelen
- bevoordelen
o.v.t.
- bevoordeelde
- bevoordeelde
- bevoordeelde
- bevoordeelden
- bevoordeelden
- bevoordeelden
v.t.t.
- heb bevoordeeld
- hebt bevoordeeld
- heeft bevoordeeld
- hebben bevoordeeld
- hebben bevoordeeld
- hebben bevoordeeld
v.v.t.
- had bevoordeeld
- had bevoordeeld
- had bevoordeeld
- hadden bevoordeeld
- hadden bevoordeeld
- hadden bevoordeeld
o.t.t.t.
- zal bevoordelen
- zult bevoordelen
- zal bevoordelen
- zullen bevoordelen
- zullen bevoordelen
- zullen bevoordelen
o.v.t.t.
- zou bevoordelen
- zou bevoordelen
- zou bevoordelen
- zouden bevoordelen
- zouden bevoordelen
- zouden bevoordelen
diversen
- bevoordeel!
- bevoordeelt!
- bevoordeeld
- bevoordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bevoordelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avantager | begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken | bevoorrechten; doneren; geven; schenken; voorrechten toekennen |
favoriser | begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken | aanmoedigen; aanvuren; avanceren; bevorderen; bezielen; doneren; geven; helpen; promoten; promoveren; schenken; toejuichen |
gratifier | begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken | bedelen; begiftigen; beschenken; doneren; geven; schenken |
privilégier | begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken | bevoorrechten; doneren; geven; schenken; voorrechten toekennen |
- | matsen; voortrekken |