Nederlands
Uitgebreide vertaling voor besprenkelen (Nederlands) in het Frans
besprenkelen:
-
besprenkelen (sprenkelen)
mouiller; asperger-
mouiller werkwoord (mouille, mouilles, mouillons, mouillez, mouillent, mouillais, mouillait, mouillions, mouilliez, mouillaient, mouillai, mouillas, mouilla, mouillâmes, mouillâtes, mouillèrent, mouillerai, mouilleras, mouillera, mouillerons, mouillerez, mouilleront)
-
asperger werkwoord (asperge, asperges, aspergeons, aspergez, aspergent, aspergeais, aspergeait, aspergions, aspergiez, aspergeaient, aspergeai, aspergeas, aspergea, aspergeâmes, aspergeâtes, aspergèrent, aspergerai, aspergeras, aspergera, aspergerons, aspergerez, aspergeront)
-
Conjugations for besprenkelen:
o.t.t.
- besprenkel
- besprenkelt
- besprenkelt
- besprenkelen
- besprenkelen
- besprenkelen
o.v.t.
- besprenkelde
- besprenkelde
- besprenkelde
- besprenkelden
- besprenkelden
- besprenkelden
v.t.t.
- heb besprenkeld
- hebt besprenkeld
- heeft besprenkeld
- hebben besprenkeld
- hebben besprenkeld
- hebben besprenkeld
v.v.t.
- had besprenkeld
- had besprenkeld
- had besprenkeld
- hadden besprenkeld
- hadden besprenkeld
- hadden besprenkeld
o.t.t.t.
- zal besprenkelen
- zult besprenkelen
- zal besprenkelen
- zullen besprenkelen
- zullen besprenkelen
- zullen besprenkelen
o.v.t.t.
- zou besprenkelen
- zou besprenkelen
- zou besprenkelen
- zouden besprenkelen
- zouden besprenkelen
- zouden besprenkelen
diversen
- besprenkel!
- besprenkelt!
- besprenkeld
- besprenkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor besprenkelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
asperger | besprenkelen; sprenkelen | |
mouiller | besprenkelen; sprenkelen | afbetten; ankeren; begieten; besproeien; bespuiten; betten; bevochtigen; deppen; nat maken; sproeien; water geven |
Wiktionary: besprenkelen
besprenkelen
verb
-
druppels van een vloeistof ergens over strooien
- besprenkelen → asperger
Computer vertaling door derden: