Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beslistheid (Nederlands) in het Frans

beslistheid:

beslistheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de beslistheid (vastberadenheid; standvastigheid)
    la résolution; la détermination; la ténacité; l'assurance de soi-même; l'assurance; la fermeté; la sécurité; la garantie; la certitude; la sûreté; l'aplomb; la stabilité; la constance; la durabilité; la confiance en soi; la sûreté de soi-même
  2. de beslistheid (vastberadenheid; pertinentie; stelligheid)
    la détermination; la résolution; la garantie; la fermeté

Vertaal Matrix voor beslistheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aplomb beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid aplomb; stelligheid; vastberadenheid; vrijmoedigheid; zekerheid; zelfbewustheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
assurance beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid assurantie; brutaliteit; gewisheid; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; stelligheid; vastberadenheid; vastheid; vastigheid; verzekering; vrijmoedigheid; vrijpostigheid; zekerheid; zelfbewustheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
assurance de soi-même beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
certitude beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid gewisheid; realiteit; stelligheid; vastberadenheid; vastheid; vastigheid; werkelijkheid; wezenlijkheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
confiance en soi beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfbewustheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
constance beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid bestendigheid; duurzaamheid
durabilité beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid bestendigheid; degelijkheid; deugdelijkheid; duurzaamheid; gedegenheid; goede kwaliteit
détermination beslistheid; pertinentie; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid bepaling; beslissing; besluit; besluiten; constatering; determinatie; gedecideerdheid; maatregel; raadsbesluit; schikking; vastbeslotenheid; vaststelling; voorziening; woordgroep
fermeté beslistheid; pertinentie; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid betrouwbaarheid; dapperheid; degelijkheid; deugdelijkheid; fermheid; flinkheid; forsheid; gewisheid; hechtheid; koenheid; kordaatheid; kranigheid; moed; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onvermurwbaarheid; onversaagdheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; soliditeit; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
garantie beslistheid; pertinentie; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid garantie; garantiebewijs; gratis service; inktstempel; keur; onderpand; onderpanden; securiteit; stempel; vrijwaring; waarborg; waarborgsom; zegel; zekerheidstelling
résolution beslistheid; pertinentie; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid beslissing; besluit; besluiten; doortastendheid; fermheid; gedecideerdheid; kordaatheid; maatregel; opzet; plan; raadsbesluit; resolutie; schikking; vastberadenheid; vastbeslotenheid; voornemen; voorziening
stabilité beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid bestand zijn; bestendigheid; degelijkheid; deugdelijkheid; duurzaamheid; gedegenheid; goede kwaliteit; hechtheid; onomstotelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; soliditeit; stabiliteit; stevigheid; vastheid
sécurité beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid bescherming; beschutting; beveiliging; geborgenheid; protectie; veiligheid
sûreté beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
sûreté de soi-même beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid
ténacité beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid aanhouden; doorzettingsvermogen; hechtheid; soliditeit; stevigheid; taaiheid; trekvastheid; uithouding; uithoudingsvermogen; vastheid; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding

Verwante woorden van "beslistheid":


beslist:

beslist bijvoeglijk naamwoord

  1. beslist (gedecideerd; vastberaden; besluitvaardig; kordaat; resoluut)
    déterminé; décidé; avec fermeté
  2. beslist (stellig; zeker; absoluut; ronduit)
    sûrement; certainement; certain; ferme; effectivement; véritable; effectif; réel; réellement; véritablement; catégorique; catégoriquement
  3. beslist (kordaat; krachtig; doortastend; ferm; krachtdadig)
    agissant; ferme; résolu; intrépide; sûr; hardi; crâne; efficace; décidé; brave; expéditif; de façon décidée
  4. beslist (vast en zeker; zeker; ongetwijfeld; geheid)
    sûr; certainement; sans doute; assurément; véritablement; vraiment; certes; véridiquement; mais si!
  5. beslist (waarlijk; echt; zeker; )
    vraiment; réellement; véritablement; en vérité
  6. beslist (waarlijk; vast en zeker; zeker; )
    vraiment; sûr; véritablement; entier; certain; juste; véridiquement; complet; certes; certainement; véridique; mais si!; sans doute; positif; parfait
  7. beslist (ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; )
    sûr; certain; véritablement; certainement; assuré; assurément; véridique; sans doute; certes; vraiment; positif; véridiquement; mais si!
  8. beslist (heel zeker)
    certain

Vertaal Matrix voor beslist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complet kostuum; maatpak; pak
crâne cranium; doodshoofd; hersenen; hersenpan; hersens; schedel
ferme boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; boerenhuis; boerenwoning; dakstoel; hoeve
juste eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
parfait consumptie-ijs; consumptieijsjes; ijs; ijsje; ijsjes; roomijs
réel real; realiteit; werkelijkheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complet beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker algeheel; compleet; foutloos; gaaf; gehele; heel; helemaal; intact; integraal; kompleet; perfect; plenair; totaal; uitverkocht; volgeboekt; volkomen; volledig; volleerd; volmaakt; volslagen; voltallig
efficace beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig aantrekkelijk; afdoend; beproefd; beslissend; deugdelijk; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; opperbest; overtuigend; probaat
réel absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker daadwerkelijk; echte; eerlijk; feitelijk; fideel; in feite; in werkelijkheid; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; trouwhartig; werkelijk; werkelijke
- absoluut; volkomen; volstrekt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ongetwijfeld
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
entier geheel getal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agissant beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig actief; bedrijvig; bezig; druk; fungerend; handelend
assuré beslist; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker assertief; ingedekt; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; verzekerd; vrijmoedig; vrijpostig; zelfbewust; zelfverzekerd; zonder angst
assurément beslist; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
avec fermeté beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden vastbesloten
brave beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; dapper; gemoedelijk; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heldhaftig; heroïsch; hulpvaardig; joviaal; kloek; mild; moedig; onverschrokken; plezierig; stout; stoutmoedig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
catégorique absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; afdoend; beslissend; onvoorwaardelijk; overtuigend; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
catégoriquement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
certain absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heel zeker; heus; ongetwijfeld; reëel; ronduit; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; definitief; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; onvoorwaardelijk; permanent; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vastgesteld; vaststaand; volstrekt; zeker
certainement absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; ronduit; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker 'tuurlijk; absoluut; allicht; bepaald wel; bijgevolg; dus; jazeker; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; ten enenmale; uiteraard; vanzelfsprekend; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; waarlijk; zeker; zonder twijfel
certes beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; waarlijk; zeker; zonder twijfel
crâne beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
de façon décidée beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
décidé beslist; besluitvaardig; doortastend; ferm; gedecideerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; resoluut; vastberaden absoluut; dapper; ferm; flink; kordaat; moedig; moreel sterk; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onvoorwaardelijk; pertinent; standvastig; stoutmoedig; ten enenmale; vast en zeker; vastbesloten; vaststaand; volstrekt; vrijmoedig; vrijpostig; zeker
déterminé beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden bepaald; een zekere; gedetermineerd; vastbesloten
effectif absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; met een krachtige uitwerking
effectivement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; heus; inderdaad; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; reëel; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; werkelijk; zeker; zonder twijfel
en vérité beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker daadwerkelijk; echt; effectief; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; metterdaad; reëel; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
entier beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker algeheel; allemaal; alles; breukvrij; compleet; gaaf; gehele; heel; heelhuids; hele; helemaal; intact; kompleet; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongeschonden; onverzwakt; totaal; volkomen; volledig; volslagen
expéditif beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig voortvarend
ferme absoluut; beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; ronduit; stellig; zeker absoluut; dapper; degelijk; doortastend; drastisch; energiek; ferm; fier; fiks; flink; fysiek sterk; geanimeerd; glorieus; groots; karaktervast; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; moedig; moreel sterk; onvoorwaardelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; pertinent; prat; solide; standvastig; sterk; stevig; ten enenmale; trots; vast en zeker; vastbesloten; vasthoudend; vaststaand; vief; vol energie; vol fut; volhardend; volstrekt; zeker
hardi beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig brutaal; dapper; doldriest; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; lichtzinnig; manhaftig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevangen; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; pikant; roekeloos; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
intrépide beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koelbloedig; moedig; niet beschroomd; onbeschroomd; onversaagd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig; zonder vrees
juste beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker aannemelijk; braaf; chagrijnig; correct; daarnet; degelijk; eerlijk; eng; fair; geconcentreerd; gefundeerd; gegrond; geldig; goed; grondig; ingespannen; integer; juist; kloppend; knorrig; korzelig; krap; krek; logisch; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; net; nog maar; nors; nurks; onbesproken; onkreukbaar; op goede gronden steunend; pas; precies; rakelings; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; solide; steekhoudend; strak; ternauwernood; uitgerekend; valabel; valide; van sterk gehalte; verdiept; waar; zojuist; zonet; zorgvuldig
mais si! beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
parfait beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker akkoord; briljant; excellent; fantastisch; foutloos; gaaf; gelikt; geweldig; grandioos; groots; ideaal; in orde; magnifiek; mee eens; onaangetast; patent; perfect; perfekt; picobello; piekfijn; puik; puntgaaf; schitterend; subliem; superbe; tiptop; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; volleerd; volmaakt; voortreffelijk
positif beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker aangenaam; bevorderlijk; dienstig; fijn; gunstig; lekker; positief; prettig; tot nut
réellement absoluut; beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; ronduit; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker daadwerkelijk; echt; eerlijk; effectief; feitelijk; fideel; heus; in feite; in werkelijkheid; metterdaad; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; trouwhartig; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
résolu beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig belicht; beschenen; bijgelicht; dapper; doelbewust; doortastend; drastisch; energiek; ferm; flink; helder geworden; koelbloedig; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; onverschrokken; opgehelderd; opgelost; opgetrokken; standvastig; vastbesloten; verhelderd; verlicht; vol energie
sans doute beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker 'tuurlijk; absoluut; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; uiteraard; vanzelfsprekend; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker; zonder twijfel
sûr beslist; doortastend; feitelijk; ferm; geheid; gewis; heus; kordaat; krachtdadig; krachtig; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; bekend; mondig; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; veilig; vertrouwd; volstrekt; voor zichzelf opkomend; zeker
sûrement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker bepaald wel
vraiment beslist; echt; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker echt; eerlijk; effectief; eigenlijk; fideel; heus; inderdaad; jawel; jazeker; metterdaad; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
véridique beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker echt; eerlijk; fideel; heus; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig; waarheidsgetrouw; werkelijk
véridiquement beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker echt; eerlijk; fideel; heus; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig

Verwante woorden van "beslist":


Synoniemen voor "beslist":


Antoniemen van "beslist":


Verwante definities voor "beslist":

  1. zonder beperkingen, helemaal1
    • het is beslist waar1
  2. zeker dat het juist is1
    • hij gaf een beslist antwoord1

Wiktionary: beslist

beslist
Cross Translation:
FromToVia
beslist sans nul doute; sûrement; certainement; sans aucun doute certainly — without doubt, surely
beslist certainement; évidemment; pour sûr; bien sûr certainly — emphatic affirmative answer
beslist ferme; décidé; décidée decisive — marked by promptness and decision