Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beschonken (Nederlands) in het Frans
beschonken:
-
beschonken (dronken; ladderzat; zat; bezopen)
-
beschonken (tipsy; aangeschoten; beneveld; teut)
pompette; enivré; éméché; un peu ivre; gris; pris de vin-
pompette bijvoeglijk naamwoord
-
enivré bijvoeglijk naamwoord
-
éméché bijvoeglijk naamwoord
-
un peu ivre bijvoeglijk naamwoord
-
gris bijvoeglijk naamwoord
-
pris de vin bijvoeglijk naamwoord
-
-
beschonken (aangeschoten; beneveld; dronken)
ivre; soûl; pris de vin-
ivre bijvoeglijk naamwoord
-
soûl bijvoeglijk naamwoord
-
pris de vin bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor beschonken:
Verwante woorden van "beschonken":
beschonken vorm van beschenken:
-
beschenken (begiftigen; bedelen)
douer; gratifier; doter de; assister-
douer werkwoord
-
gratifier werkwoord (gratifie, gratifies, gratifions, gratifiez, gratifient, gratifiais, gratifiait, gratifiions, gratifiiez, gratifiaient, gratifiai, gratifias, gratifia, gratifiâmes, gratifiâtes, gratifièrent, gratifierai, gratifieras, gratifiera, gratifierons, gratifierez, gratifieront)
-
doter de werkwoord
-
assister werkwoord (assiste, assistes, assistons, assistez, assistent, assistais, assistait, assistions, assistiez, assistaient, assistai, assistas, assista, assistâmes, assistâtes, assistèrent, assisterai, assisteras, assistera, assisterons, assisterez, assisteront)
-
Conjugations for beschenken:
o.t.t.
- beschenk
- beschenkt
- beschenkt
- beschenken
- beschenken
- beschenken
o.v.t.
- beschonk
- beschonk
- beschonk
- beschonken
- beschonken
- beschonken
v.t.t.
- heb beschonken
- hebt beschonken
- heeft beschonken
- hebben beschonken
- hebben beschonken
- hebben beschonken
v.v.t.
- had beschonken
- had beschonken
- had beschonken
- hadden beschonken
- hadden beschonken
- hadden beschonken
o.t.t.t.
- zal beschenken
- zult beschenken
- zal beschenken
- zullen beschenken
- zullen beschenken
- zullen beschenken
o.v.t.t.
- zou beschenken
- zou beschenken
- zou beschenken
- zouden beschenken
- zouden beschenken
- zouden beschenken
diversen
- beschenk!
- beschenkt!
- beschonken
- beschenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beschenken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
assister | bedelen; begiftigen; beschenken | assisteren; behulpzaam zijn; bijspringen; bijstaan; doorhelpen; gedienstig zijn; handreiken; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen |
doter de | bedelen; begiftigen; beschenken | |
douer | bedelen; begiftigen; beschenken | |
gratifier | bedelen; begiftigen; beschenken | begunstigen; bevoordelen; doneren; geven; schenken; voorschuiven; voortrekken |
Computer vertaling door derden: