Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beroepen (Nederlands) in het Frans
beroepen:
-
beroepen
se réclamer de; aller en appel; invoquer; s'autoriser-
se réclamer de werkwoord
-
aller en appel werkwoord
-
invoquer werkwoord (invoque, invoques, invoquons, invoquez, invoquent, invoquais, invoquait, invoquions, invoquiez, invoquaient, invoquai, invoquas, invoqua, invoquâmes, invoquâtes, invoquèrent, invoquerai, invoqueras, invoquera, invoquerons, invoquerez, invoqueront)
-
s'autoriser werkwoord
-
Conjugations for beroepen:
o.t.t.
- beroep
- beroept
- beroept
- beroepen
- beroepen
- beroepen
o.v.t.
- beroepte
- beroepte
- beroepte
- beroepten
- beroepten
- beroepten
v.t.t.
- heb beroept
- hebt beroept
- heeft beroept
- hebben beroept
- hebben beroept
- hebben beroept
v.v.t.
- had beroept
- had beroept
- had beroept
- hadden beroept
- hadden beroept
- hadden beroept
o.t.t.t.
- zal beroepen
- zult beroepen
- zal beroepen
- zullen beroepen
- zullen beroepen
- zullen beroepen
o.v.t.t.
- zou beroepen
- zou beroepen
- zou beroepen
- zouden beroepen
- zouden beroepen
- zouden beroepen
diversen
- beroep!
- beroept!
- beroept
- beroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de beroepen
la professions
Vertaal Matrix voor beroepen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
professions | beroepen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aller en appel | beroepen | |
invoquer | beroepen | aankaarten; aanroepen; aansnijden; aanvoeren; entameren; erbij halen; erbij roepen; laten komen; ontbieden; op tafel leggen; opperen; oproepen; opwerpen; te berde brengen; ter sprake brengen; tevoorschijn roepen; toeroepen |
s'autoriser | beroepen | |
se réclamer de | beroepen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
appelé | beroepen | alias; bij naam; bij zijn naam noemend; bijgenaamd; geheten; genaamd; ingeroepen; opgebeld; toegeroepen; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde |
Computer vertaling door derden: