Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bekocht:
  2. bekopen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bekocht (Nederlands) in het Frans

bekocht:

bekocht bijvoeglijk naamwoord

  1. bekocht
    dupé; volé; roulé; refait
    • dupé bijvoeglijk naamwoord
    • volé bijvoeglijk naamwoord
    • roulé bijvoeglijk naamwoord
    • refait bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor bekocht:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dupé bekocht bedrogen; beetgenomen; genomen
refait bekocht
roulé bekocht bedrogen
volé bekocht gejat; gestolen; ontvreemd

Verwante woorden van "bekocht":

  • bekochte

bekopen:

bekopen werkwoord (bekoop, bekoopt, bekocht, bekochten, bekocht)

  1. bekopen

Conjugations for bekopen:

o.t.t.
  1. bekoop
  2. bekoopt
  3. bekoopt
  4. bekopen
  5. bekopen
  6. bekopen
o.v.t.
  1. bekocht
  2. bekocht
  3. bekocht
  4. bekochten
  5. bekochten
  6. bekochten
v.t.t.
  1. heb bekocht
  2. hebt bekocht
  3. heeft bekocht
  4. hebben bekocht
  5. hebben bekocht
  6. hebben bekocht
v.v.t.
  1. had bekocht
  2. had bekocht
  3. had bekocht
  4. hadden bekocht
  5. hadden bekocht
  6. hadden bekocht
o.t.t.t.
  1. zal bekopen
  2. zult bekopen
  3. zal bekopen
  4. zullen bekopen
  5. zullen bekopen
  6. zullen bekopen
o.v.t.t.
  1. zou bekopen
  2. zou bekopen
  3. zou bekopen
  4. zouden bekopen
  5. zouden bekopen
  6. zouden bekopen
diversen
  1. bekoop!
  2. bekoopt!
  3. bekocht
  4. bekopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bekopen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
payer cher bekopen duur bekopen
se faire écorcher bekopen

Wiktionary: bekopen

bekopen
verb
  1. iets ~ met een prijs ergens voor betalen