Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor behelpen (Nederlands) in het Frans

behelpen:

behelpen werkwoord (behelp, behelpt, behielp, behielpen, beholpen)

  1. behelpen

Conjugations for behelpen:

o.t.t.
  1. behelp
  2. behelpt
  3. behelpt
  4. behelpen
  5. behelpen
  6. behelpen
o.v.t.
  1. behielp
  2. behielp
  3. behielp
  4. behielpen
  5. behielpen
  6. behielpen
v.t.t.
  1. heb beholpen
  2. hebt beholpen
  3. heeft beholpen
  4. hebben beholpen
  5. hebben beholpen
  6. hebben beholpen
v.v.t.
  1. had beholpen
  2. had beholpen
  3. had beholpen
  4. hadden beholpen
  5. hadden beholpen
  6. hadden beholpen
o.t.t.t.
  1. zal behelpen
  2. zult behelpen
  3. zal behelpen
  4. zullen behelpen
  5. zullen behelpen
  6. zullen behelpen
o.v.t.t.
  1. zou behelpen
  2. zou behelpen
  3. zou behelpen
  4. zouden behelpen
  5. zouden behelpen
  6. zouden behelpen
diversen
  1. behelp!
  2. behelpt!
  3. beholpen
  4. behelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor behelpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'en sortir behelpen rondkomen; uitkomen; zich kunnen bedruipen
s'en tirer behelpen erdoorheen slaan; rondkomen; uitkomen; zich kunnen bedruipen
se débrouiller behelpen bedruipen; de kost verdienen
se servir des moyens du bord behelpen
vivre d'expédients behelpen bedruipen; de kost verdienen

Wiktionary: behelpen

behelpen
verb
  1. zich ~: een provisorische oplossing bedenken voor een probleem dat men heeft bij gebrek aan hulp van anderen