Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beheksen (Nederlands) in het Frans
beheksen:
-
beheksen (betoveren)
ravir; ensorceler; charmer; enchanter-
ravir werkwoord (ravis, ravit, ravissons, ravissez, ravissent, ravissais, ravissait, ravissions, ravissiez, ravissaient, ravîmes, ravîtes, ravirent, ravirai, raviras, ravira, ravirons, ravirez, raviront)
-
ensorceler werkwoord (ensorcelle, ensorcelles, ensorcelons, ensorcelez, ensorcellent, ensorcelais, ensorcelait, ensorcelions, ensorceliez, ensorcelaient, ensorcelai, ensorcelas, ensorcela, ensorcelâmes, ensorcelâtes, ensorcelèrent, ensorcellerai, ensorcelleras, ensorcellera, ensorcellerons, ensorcellerez, ensorcelleront)
-
charmer werkwoord (charme, charmes, charmons, charmez, charment, charmais, charmait, charmions, charmiez, charmaient, charmai, charmas, charma, charmâmes, charmâtes, charmèrent, charmerai, charmeras, charmera, charmerons, charmerez, charmeront)
-
enchanter werkwoord (enchante, enchantes, enchantons, enchantez, enchantent, enchantais, enchantait, enchantions, enchantiez, enchantaient, enchantai, enchantas, enchanta, enchantâmes, enchantâtes, enchantèrent, enchanterai, enchanteras, enchantera, enchanterons, enchanterez, enchanteront)
-
Conjugations for beheksen:
o.t.t.
- beheks
- behekst
- behekst
- beheksen
- beheksen
- beheksen
o.v.t.
- behekste
- behekste
- behekste
- beheksten
- beheksten
- beheksten
v.t.t.
- heb behekst
- hebt behekst
- heeft behekst
- hebben behekst
- hebben behekst
- hebben behekst
v.v.t.
- had behekst
- had behekst
- had behekst
- hadden behekst
- hadden behekst
- hadden behekst
o.t.t.t.
- zal beheksen
- zult beheksen
- zal beheksen
- zullen beheksen
- zullen beheksen
- zullen beheksen
o.v.t.t.
- zou beheksen
- zou beheksen
- zou beheksen
- zouden beheksen
- zouden beheksen
- zouden beheksen
diversen
- beheks!
- behekst!
- behekst
- beheksend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beheksen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
charmer | beheksen; betoveren | bekoren; bevallen; gunst winnen; verleiden |
enchanter | beheksen; betoveren | bekoren; bevallen; blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken |
ensorceler | beheksen; betoveren | begoochelen |
ravir | beheksen; betoveren | kidnappen; ontvoeren; schaken |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ravir | verrukken |