Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begrijpen (Nederlands) in het Frans

begrijpen:

begrijpen werkwoord (begrijp, begrijpt, begreep, begrepen, begrepen)

  1. begrijpen (met het verstand vatten; snappen; inzien)
    comprendre; saisir; se rendre compte; voir; piger; concevoir; réaliser
    • comprendre werkwoord (comprends, comprend, comprenons, comprenez, )
    • saisir werkwoord (saisis, saisit, saisissons, saisissez, )
    • se rendre compte werkwoord
    • voir werkwoord (vois, voit, voyons, voyez, )
    • piger werkwoord (pige, piges, pigeons, pigez, )
    • concevoir werkwoord (conçois, conçoit, concevons, concevez, )
    • réaliser werkwoord (réalise, réalises, réalisons, réalisez, )
  2. begrijpen (opvatten)
    interpréter; entendre
    • interpréter werkwoord (interprète, interprètes, interprétons, interprétez, )
    • entendre werkwoord (entends, entend, entendons, entendez, )

Conjugations for begrijpen:

o.t.t.
  1. begrijp
  2. begrijpt
  3. begrijpt
  4. begrijpen
  5. begrijpen
  6. begrijpen
o.v.t.
  1. begreep
  2. begreep
  3. begreep
  4. begrepen
  5. begrepen
  6. begrepen
v.t.t.
  1. heb begrepen
  2. hebt begrepen
  3. heeft begrepen
  4. hebben begrepen
  5. hebben begrepen
  6. hebben begrepen
v.v.t.
  1. had begrepen
  2. had begrepen
  3. had begrepen
  4. hadden begrepen
  5. hadden begrepen
  6. hadden begrepen
o.t.t.t.
  1. zal begrijpen
  2. zult begrijpen
  3. zal begrijpen
  4. zullen begrijpen
  5. zullen begrijpen
  6. zullen begrijpen
o.v.t.t.
  1. zou begrijpen
  2. zou begrijpen
  3. zou begrijpen
  4. zouden begrijpen
  5. zouden begrijpen
  6. zouden begrijpen
diversen
  1. begrijp!
  2. begrijpt!
  3. begrepen
  4. begrijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

begrijpen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. begrijpen (snappen; vatten)
    la compréhension

Vertaal Matrix voor begrijpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compréhension begrijpen; inzicht; snappen; vatten begrip; begripsvermogen; benul; besef; bevattingsvermogen; bewustzijn; brein; conceptie; denkbeeld; hersens; idee; intelligentie; inzicht; notie; rede; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid; verstand
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comprendre begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen beginnen te snappen; beperken; beslaan; bestaan uit; doorhebben; doorkrijgen; doorzien; doorzien hebben; indammen; inkapselen; inleven; inperken; invoelen; inzien; limiteren; meeleven; meerekenen; meetellen; omvatten; ruimte innemen; verstaan; voelen
concevoir begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen beramen; beseffen; concipiëren; doorzien; doorzien hebben; in het leven roepen; inzien; maken; onderkennen; ontwerpen; plannen; ramen; realiseren; schatten; scheppen; taxeren; verstaan
entendre begrijpen; opvatten aanhoren; bedoelen; beluisteren; beseffen; doorzien; doorzien hebben; ergens iets mee willen zeggen; geluid waarnemen; grijpen; horen; inzien; klauwen; luisteren; onderkennen; pakken; realiseren; te horen krijgen; toehoren; vangen; vatten; vernemen; verstrikken
interpréter begrijpen; opvatten acteren; beschrijven; een rol vertolken; interpreteren; komedie spelen; mededelen; overbrengen; overzetten; tolken; toneelspelen; translateren; uitbeelden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiteenzetten; uiten; uiting geven aan; verbeelden; verhalen; verpersonificeren; vertalen; vertellen; vertolken; verwoorden; weergeven; zeggen; zich aanstellen
piger begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen beginnen te snappen; doorhebben; doorkrijgen; doorzien; doorzien hebben; inzien
réaliser begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen arbeiden; bedingen; behalen; bewerkstelligen; doen; fixen; handelen; iets bemachtigen; in het leven roepen; klaarspelen; lappen; maken; realiseren; regisseren; scheppen; te pakken krijgen; ten gelde maken; tot stand brengen; tot stand komen; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; verkrijgen; verrichten; verwerkelijken; verwezenlijken; voor elkaar krijgen; werken; winnen; zich voltrekken
saisir begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen aanhouden; aanklampen; aanpakken; aanvatten; afvangen; arresteren; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; beginnen te snappen; beseffen; bevangen; binden; boeien; doorkrijgen; doorzien; doorzien hebben; fascineren; frapperen; gevangennemen; grijpen; iets bemachtigen; in hechtenis nemen; ingrijpen; inrekenen; intrigeren; inzien; ketenen; klauwen; klemmen; kluisteren; knellen; met handen omvatten; omklemmen; omspannen; onderkennen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; oppakken; opvangen; pakken; realiseren; te pakken krijgen; toegrijpen; toeslaan; toetasten; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verbeurdverklaren; verkrijgen; verstaan; verstrikken; wat neervalt opvangen; zich bedienen
se rendre compte begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren
voir begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen aankijken; aanschouwen; bekijken; bemerken; beseffen; bespeuren; bezichtigen; blikken; blikken werpen; doornemen; doorzien; gadeslaan; gewaarworden; horen; inspecteren; inzien; kijken; merken; observeren; onderkennen; onderscheiden; ontwaren; opmerken; realiseren; signaleren; staren; te zien krijgen; toeschouwen; turen; voelen; waarnemen; zien
- snappen; vatten; verstaan

Synoniemen voor "begrijpen":


Verwante definities voor "begrijpen":

  1. het kunnen volgen met je verstand1
    • ik begrijp niet waarom hij dat doet1

Wiktionary: begrijpen

begrijpen
verb
  1. met het verstand bevatten
begrijpen
verb
  1. Se rendre raison de la conduite de quelqu’un
  2. percevoir un son.
  3. Discerner, comprendre.

Cross Translation:
FromToVia
begrijpen appréhender apprehend — to understand; to recognize
begrijpen entendement; compréhension comprehension — thorough understanding
begrijpen comprendre comprehend — to understand
begrijpen expliquer; comprendre construe — to interpret or explain the meaning of something
begrijpen piger; capter get — colloquial: understand
begrijpen comprendre; saisir grasp — to understand
begrijpen comprendre; entendre understand — to be aware of the meaning of
begrijpen comprendre begreifen — etwas oder jemanden mit dem Verstand erfassen
begrijpen saisir erfassen — (transitiv) das wesentliche einer Sache verstehen