Nederlands
Uitgebreide vertaling voor barsten (Nederlands) in het Frans
barsten:
-
barsten (kunnen stikken)
foutre; crevasser; se fendre; se fissurer; se fêler; éclater; casser; rompre; briser; crever; fendre; fracasser-
foutre werkwoord (fous, fout, foutons, foutez, foutent, foutais, foutait, foutions, foutiez, foutaient, foutrai, foutras, foutra, foutrons, foutrez, foutront)
-
crevasser werkwoord (crevasse, crevasses, crevassons, crevassez, crevassent, crevassais, crevassait, crevassions, crevassiez, crevassaient, crevassai, crevassas, crevassa, crevassâmes, crevassâtes, crevassèrent, crevasserai, crevasseras, crevassera, crevasserons, crevasserez, crevasseront)
-
se fendre werkwoord
-
se fissurer werkwoord
-
se fêler werkwoord
-
éclater werkwoord (éclate, éclates, éclatons, éclatez, éclatent, éclatais, éclatait, éclations, éclatiez, éclataient, éclatai, éclatas, éclata, éclatâmes, éclatâtes, éclatèrent, éclaterai, éclateras, éclatera, éclaterons, éclaterez, éclateront)
-
casser werkwoord (casse, casses, cassons, cassez, cassent, cassais, cassait, cassions, cassiez, cassaient, cassai, cassas, cassa, cassâmes, cassâtes, cassèrent, casserai, casseras, cassera, casserons, casserez, casseront)
-
rompre werkwoord (romps, romp, rompons, rompez, rompent, rompais, rompait, rompions, rompiez, rompaient, rompis, rompit, rompîmes, rompîtes, rompirent, romprai, rompras, rompra, romprons, romprez, rompront)
-
briser werkwoord (brise, brises, brisons, brisez, brisent, brisais, brisait, brisions, brisiez, brisaient, brisai, brisas, brisa, brisâmes, brisâtes, brisèrent, briserai, briseras, brisera, briserons, briserez, briseront)
-
crever werkwoord (crève, crèves, crevons, crevez, crèvent, crevais, crevait, crevions, creviez, crevaient, crevai, crevas, creva, crevâmes, crevâtes, crevèrent, creverai, creveras, crevera, creverons, creverez, creveront)
-
fendre werkwoord (fends, fend, fendons, fendez, fendent, fendais, fendait, fendions, fendiez, fendaient, fendis, fendit, fendîmes, fendîtes, fendirent, fendrai, fendras, fendra, fendrons, fendrez, fendront)
-
fracasser werkwoord (fracasse, fracasses, fracassons, fracassez, fracassent, fracassais, fracassait, fracassions, fracassiez, fracassaient, fracassai, fracassas, fracassa, fracassâmes, fracassâtes, fracassèrent, fracasserai, fracasseras, fracassera, fracasserons, fracasserez, fracasseront)
-
-
barsten (openspringen; losspringen)
éclater; se gercer; s'ouvrir brusquement-
éclater werkwoord (éclate, éclates, éclatons, éclatez, éclatent, éclatais, éclatait, éclations, éclatiez, éclataient, éclatai, éclatas, éclata, éclatâmes, éclatâtes, éclatèrent, éclaterai, éclateras, éclatera, éclaterons, éclaterez, éclateront)
-
se gercer werkwoord
-
s'ouvrir brusquement werkwoord
-
Conjugations for barsten:
o.t.t.
- barst
- barst
- barst
- barsten
- barsten
- barsten
o.v.t.
- barstte
- barstte
- barstte
- barstten
- barstten
- barstten
v.t.t.
- ben gebarsten
- bent gebarsten
- is gebarsten
- zijn gebarsten
- zijn gebarsten
- zijn gebarsten
v.v.t.
- was gebarsten
- was gebarsten
- was gebarsten
- waren gebarsten
- waren gebarsten
- waren gebarsten
o.t.t.t.
- zal barsten
- zult barsten
- zal barsten
- zullen barsten
- zullen barsten
- zullen barsten
o.v.t.t.
- zou barsten
- zou barsten
- zou barsten
- zouden barsten
- zouden barsten
- zouden barsten
diversen
- barst!
- barst!
- gebarsten
- barstende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor barsten:
Verwante woorden van "barsten":
barsten vorm van barst:
Vertaal Matrix voor barst:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
crevasse | barst; breuk; gat; groef; inkeping; kloof; krak; opening; reet; scheur; split; uitsparing | bergkloof; bergkloven; bergspleet; gleuf; kier; kloof; kloven; opening; rotskloof; rotsspleet; sleuf; spleet; spleten; tussenruimte; uitsparing |
encoche | barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing | inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; snede; snee; soort vink |
fissure | barst; breuk; krak; scheur | barsten; gleuf; kloof; krakken; langwerpige uitholling; opening; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing |
fêlure | barst; breuk; krak; scheur | knak; knik |
gerçure | barst; breuk; krak; scheur | |
rupture | barst; breuk; krak; scheur | afbreking; breken; breuk; fractuur; ruptuur; scheuring |