Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor baggeren (Nederlands) in het Frans
baggeren:
-
baggeren
curer; draguer-
curer werkwoord (cure, cures, curons, curez, curent, curais, curait, curions, curiez, curaient, curai, curas, cura, curâmes, curâtes, curèrent, curerai, cureras, curera, curerons, curerez, cureront)
-
draguer werkwoord (drague, dragues, draguons, draguez, draguent, draguais, draguait, draguions, draguiez, draguaient, draguai, draguas, dragua, draguâmes, draguâtes, draguèrent, draguerai, dragueras, draguera, draguerons, draguerez, dragueront)
-
-
baggeren
Conjugations for baggeren:
o.t.t.
- bagger
- baggert
- baggert
- baggeren
- baggeren
- baggeren
o.v.t.
- baggerde
- baggerde
- baggerde
- baggerden
- baggerden
- baggerden
v.t.t.
- heb gebaggerd
- hebt gebaggerd
- heeft gebaggerd
- hebben gebaggerd
- hebben gebaggerd
- hebben gebaggerd
v.v.t.
- had gebaggerd
- had gebaggerd
- had gebaggerd
- hadden gebaggerd
- hadden gebaggerd
- hadden gebaggerd
o.t.t.t.
- zal baggeren
- zult baggeren
- zal baggeren
- zullen baggeren
- zullen baggeren
- zullen baggeren
o.v.t.t.
- zou baggeren
- zou baggeren
- zou baggeren
- zouden baggeren
- zouden baggeren
- zouden baggeren
diversen
- bagger!
- baggert!
- gebaggerd
- baggerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor baggeren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
draguer | afdreggen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
curer | baggeren | loskrijgen; losmaken; lostornen; tornen; uitbaggeren; uithalen; uittrekken |
draguer | baggeren | afdreggen; uitbaggeren |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dragage | baggeren |
Verwante woorden van "baggeren":
bagger:
Vertaal Matrix voor bagger:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
boue | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | drabbigheid |
bourbe | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | |
gadoue | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | |
limon | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | |
vase | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | vaas |