Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bagage:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bagage (Nederlands) in het Frans

bagage:

bagage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bagage
    le bagages
    • bagages [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bagage (bepakking)
    le bagage
    • bagage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bagage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bagage bagage; bepakking
bagages bagage

Verwante definities voor "bagage":

  1. wat je bij je hebt als je op reis gaat1
    • hoeveel bagage mag je meenemen in het vliegtuig?1

Wiktionary: bagage

bagage
noun
  1. een verzameling van eigendommen
bagage
noun
  1. désuet|fr équipage de voyage ou de guerre.
  2. logistique|fr caisse, ballot, paquet de marchandises expédier.

Cross Translation:
FromToVia
bagage bagage baggage — luggage
bagage bagage luggage — traveller's containers