Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- arm:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor arm:
- pauvres
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor arm (Nederlands) in het Frans
arm:
-
arm (pover; berooid; armetierig)
-
arm (noodlijdend; behoeftig; minvermogend; kommerlijk; armoedig; onvermogend; armelijk)
pauvre; miséreux; nécessiteux; indigent-
pauvre bijvoeglijk naamwoord
-
miséreux bijvoeglijk naamwoord
-
nécessiteux bijvoeglijk naamwoord
-
indigent bijvoeglijk naamwoord
-
-
arm (inferieur; minderwaardig; slecht; zwak; ondermaats; tweederangs; ondeugdelijk)
mauvais; inférieur; faible; méprisable; pauvre; médiocre; subalterne; de second ordre-
mauvais bijvoeglijk naamwoord
-
inférieur bijvoeglijk naamwoord
-
faible bijvoeglijk naamwoord
-
méprisable bijvoeglijk naamwoord
-
pauvre bijvoeglijk naamwoord
-
médiocre bijvoeglijk naamwoord
-
subalterne bijvoeglijk naamwoord
-
de second ordre bijvoeglijk naamwoord
-
-
de arm (armleuning)
Vertaal Matrix voor arm:
Verwante woorden van "arm":
Synoniemen voor "arm":
Antoniemen van "arm":
Verwante definities voor "arm":
Wiktionary: arm
arm
Cross Translation:
noun
arm
-
lichaamsdeel
- arm → bras
noun
adjective
-
Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général)
-
Qui est dans la pauvreté ; qui ne dispose pas de ressources suffisantes.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• arm | → bras | ↔ arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist |
• arm | → pauvre | ↔ poor — with no possessions or money |
• arm | → pitoyable; pauvre | ↔ poor — to be pitied |